168 heeft vernomen, dat het Bestuur van meening is, dat geenerlei uitvoering aan die conclusies gegeven moet worden. De motie der af deeling bedoelt een duidelijke uitspraak van de Alg. Verg. uit te lokken. De heer Harkink licht deze motie nog nader toe. Hij wenscht de positieve elementen van de conclusiën naar voren gebracht te zien. Hij wenscht, dat het Bestuur de groote gemeenten voor licht en propaganda maakt, door b.v. afdrukken van het rapport toe te zenden. De heer Heines zegt, dat ieder lid aan ieder gemeentebestuur of aan den Directeur van gemeentewerken elke gewenschte in lichting kan geven. De heer Harkink is de meening toegedaan, dat dit door het Bestuur moet geschieden, wegens het meerdere gezag dat van haar uitgaat. De heer Wolters vraagt of de verleden jaar aangenomen motie- Arnhem, waarin uitgedrukt wordt, dat bij eene hermeting de betrokken gemeenten een deel der kosten moeten betalen, ook aan de gemeentebesturen ter kennis is gebracht. De voorzitter antwoordt ontkennend, en wijst erop dat dit punt niet aan de orde is. Het heeft geen doel zoo'n motie aan alle 1100 gemeente besturen kenbaar te maken, maar wel is het wenschelijk dat de regeering bij voorkomende gevallen op een dergelijke regeling der onkosten wijst. De motie den Haag wordt niet in hoofdelijke stemming gebracht nadat het Bestuur zich bereid verklaard heeft in voorkomende gevallen te ijveren voor de conclusiën in het rapport-Bakker neergelegd. I. Als plaats van bijeenkomst in 1931 wordt Rotterdam bij meerderheid van stemmen aangewezen, nadat de afd. Roermond haar voorstel om in Eindhoven te vergaderen heeft ingetrokken. De reden, van deze intrekking is, dat in Eindhoven geen geschikte zaal is te krijgen. m. Bij de rondvraag spreekt de heer Timmermans de wen- schelijkheid uit om bij het Bestuur van de Centrale van Hoogere Rijksambtenaren een voorstel tot eene nieuwe standplaatsindeeiing aanhangig te maken en wel in verband met de nieuwe belasting heffing.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 172