iÖ3
De vergadering gaat hiermede accoord.
Verder is hij van meening, dat het laatste gedeelte van punt g der
agenda van het openbare gedeelte van deze algemeene vergadering thans
moet worden behandeld, dat dit verband houdt met onvoorziene uitgaven
over 1930, en wijl over de financiën in het huishoudelijke gedeelte wordt
beslist.
De heer Smit wijst op het treurige feit, dat de vertegenwoordiger van
den Minister van Financiën op het a.s. congres te Zürich alle onkosten
zelf moet betalen, terwijl andere regeeringsafgevaardigden wel vergoeding
ontvangen, zelfs van het ministerie van Financiën! Bij een eventueel
later congres zou de vertegenwoordiger de voorwaarde moeten stellen,
dat alle onkosten vergoed worden of anders moeten weigeren. Hiermede
kan de Voorzitter zich vereenigen, maar hij wenscht niet op de ge
nomen beslissing terug te komen. De afd. Arnhem'wenscht dit echter
wel, zij wenscht den Minister te verzoeken alsnog aan zijnen vertegen
woordiger te Zürich reis- en vergoeden en bij eventueele weigering de
vereeniging dit te laten betalen.
De heer O. Jonas zegt dat de vertegenwoordiger Heines een der op
richters en der steunpilaren is der Internationale Landmetersfederatie,
voor wien hij meer waardeering bij den Minister had verwacht.
De heer Glerum wenscht het voorstel Arnhem in een motie samen
te vatten, hetgeen door den heer Smeulders wordt ondersteund. Deze
motie zal worden behandeld bij punt g van het algemeene gedeelte dezer
vergadering.
De heer Heines wenscht liever geen motie, maar meent dat de ge
legenheid zich wel eens zal voordoen om aan den Minister mondeling
de gevoelens van de vergadering te kunnen mededeelen.
Het voorste] om f 150.beschikbaar te stellen voor afgevaardigden
van K. en L. wordt daarna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
f. Redactie Huish. Orgaan.
De afd. Breda stelt voor, het verslag van het behandelde in het huis
houdelijk gedeelte der algemeene vergadering, als zijnde vaak van ver-
trouwelijken aard, alleen te doen toekomen aan de gewone leden van
K. en L. en dus los van het Tijdschrift.
De heer Heezemans verdedigt dit voorstel. Hij wenscht meer ge
heimhouding te verkrijgen en hoopt dat de leden zich meer openhartig
zullen uiten.
De Voorzitter wijst erop, dat ieder volgens het huish. reglement het
huish. orgaan kan verkrijgen, dat dus geheimhouding niet wordt bereikt.
De heer Smit betoogt, dat de kracht van onze middelen tot actie ligt
in de publiciteit, dit strijdmiddel mogen we niet prijsgeven. Waarvoor