184 verandering? Wat bereikt men er mede? Ieder kan met een verslag en een huishoudelijk orgaan toch doen wat hij wil, geheimhouding wordt niet verkregen. De Voorzitter is het hiermede eens; het voorstel wordt bij opstaan en zitten blijven verworpen. g. Bespreking van het Rapport „Veldassistenten". De Voorzitter geeft een overzicht van het totstandkomen van het rapport. De naam veldassistent is het eerst genoemd in het rapport Bakker-Tienstra-Harkink, waarover in de vorige algemeene vergadering van gedachten is gewisseld. Zoowel vóór- als tegenstanders zijn toen aan het woord geweest met het gevolg dat aan het Bestuur opdracht is gegeven een rapport samen te stellen met medewerking van drie leden. Het Bestuur heef» daarvoor uitgenoodigd de heeren de Vroome, Bakker en Prinsen. Deze commissie van 6 leden heeft de zaak van alle kanten bekeken en een objectief rapport uitgebracht. Eerst stonden de leden vrij scherp tegenover elkaar, maar het is gelukt tot een resultaat te komen, dat als een soort compromis is te beschouwen. Voor oningewijden bevat het rapport veel studiemateriaal en zoo be schouwd heeft het zeker opvoedende waarde. Na het gereed komen heeft de commissie en daarna het Bestuur ernstig overwogen hoe verder te handelen. In het Tijdschrift had het kunnen worden geplaatst. Het bijeenroepen van een vereenigingsraad of buitengewone alg. vergadering is overwogen. Nieuwe omstandigheden kwamen door het rapport Jansma en door verandering aan het departement. Door contact met het depar tement bleek het Bestuur op een zeker moment, dat het onderwerp urgent werd, en wilden we invloed uitoefenen, dan moest het rapport vlug ver schijnen. Tijd voor een alg. vergadering ontbrak, zoodat het Bestuur op eigen verantwoordelijkheid heeft gehandeld toen het besloot tot-publicatie in brochurevorm en toezending aan de gewone en aan de buitengewone leden. Dit deed het vooral omdat op zakelijke gronden het rapport is uitgebracht, zonder dat de personeelsbelangen uit het oog zijn verloren. Als aanknoopingspunt bij een bespreking aan het Departement kon het goede diensten bewijzen. Het Bestuur heeft inzending aan het Depar tement nog overwogen, maar ten slotte is alleen aan de heeren Iwema en Postma het rapport overhandigd. Weldra bleek echter dat de urgentie was verdwenen maar het idee van invoering van hulpkrachten blijft aan het Departement voortlevenhet vraagstuk blijft aan de orde. Na de publicatie kwamen verschillende uitingen los. De eene afdeeling was boos en noemde het een gevaarlijk stuk. Een andere afdeeling ging het rapport lang niet ver genoeg. Een derde nam een midden positie in, bracht hulde aan de samenstellers, en meende het rappoit een knap

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 188