i8g kwam in bericht van genoemd Bestuur, dat de Ver. met onze voorstellen niet kon meegaan, maar de gelegenheid tot eene bespreking werd daarbij opengelaten. Deze hebben wij niet laten voorbijgaan van wege het ge wicht der aangelegenheid en daar we ons steeds op het standpunt hebben geplaatst, dat we moeten trachten één front te krijgen. Bij deze besprekingen ondervonden onze voorstellen aanvankelijk veel tegenstand, maar later kwam er toenadering en hebben de besprekingen de besturen dichter bij elkaar gebracht. Het grootste verschil van meening bestond over de verandering van de preventieve naziening der meting stukken in een repressieve, waaromtrent tot geene overeenstemming kon worden gekomen. Ons Bestuur heeft te kennen gegeven, dat onze in ig2g op de alg. vergaderingen aangenomen voorstellen bij het Departement zullen worden ingediend. De heer Smit zegt tegenstander te zijn van repressieve naziening door den Ing. Ver. en hij wenscht elke samenwerking met de Ver. v. Hoofd ambtenaren te doen eindigen. De heer Heines wil de voorstellen zoo laten als ze thans geformuleerd zijn. De repressieve naziening is niet zoo zeer een verifieeren van al het werk, dan wel meer een onderzoek naar de werkwijze van den landmeter. De heeren Roelofs en J. H. Pieters wenschen den titel Ingenieur- Verificateur veranderd te zien in dien van Directeur van het Kadaster. De heer Smit vraagt of het Bestuur wil medewerken tot inkrimping van het aantal Ing. Ver. waarop de Voorzitter antwoordt, dat dit niet in de aanhangige voorstellen is geformuleerd, maar dat een gevolg van de invoering van voorstellen op den duur wel zal zijn eene inkrimping van het aantal Ing. Ver. Bij punt h 2de ged. geeft de Voorzitter een overzicht van hetgeen in het afgeloopen jaar is geschied in verband met de opleiding tot landmeter. De voorstellen van verleden jaar om de opleiding in Wageningen met éen jaar praktijk uit te breiden zijn voorloopig om tactische redenen niet nader uitgewerkt. In verband met eene aanvrage van gelden voor een nieuw geodesie gebouw te Wageningen, heeft de Centrale Reorganisatie Commissie den Minister van Financiën geadviseerd de opleiding te verplaatsen van Wa geningen naar Delft, waar een goed gebouw aanwezig is; de Minister heeft zich reeds accoord verklaard met dit voorstel. De Voorzitter zou gaarne van de vergadering vernemen, welke houding het Bestuur moet aannemen, wanneer straks van uit Wageningen pogingen worden aangewend om de opleiding aldaar te houden. Moeten we eene afwachtende houding aannemen of moeten we deze pogingen krachtig steunen. De heer Smeulders vindt de opleiding in Wageningen uitstekend,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 193