200 uit: li bewaarders; n bureeihoofden ter directie; 200 landmeters in sedentairen dienst; teekenaars-expeditionnairs; 44 controleurs; 285 land meters in actieven dienst; 152 surnumerairs; stagiairs. Art. 14, 1. Voortaan worden alleen de houders van het diploma van landmeter bij de diensten van het kadaster aangenomen. Om tot het vergelijkend examen tot aanwerving van personeel te worden toegelaten, moet men het diploma van landmeter bezitten en een proef tijd van ten minste achttien maanden onder de bevelen van een land meter van het kadaster hebben doorgemaakt. 2. De teekenaars-expeditionnairs moeten het diploma van landmeter niet bezitten. Zijn zij houders van dit diploma, zoo worden hun prestatiën, met het oog op de toelating tot een vergelijkend examen tot aanwerving van per soneel, met den proeftijd bij een landmeter van het kadaster gelijkgesteld. Art. 15, enz. Art. 16. De verificateurs en de technische commiezen van het kadaster, die thans in dienst zijn, krijgen den titel van landmeter en van surnu merair van het kadaster, bijaldien zij zulks aanvragen en houder zijn van het diploma van landmeter. Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, den 8n September 1930. ALBERT. Van Koningswege: De Minister van Financiën, Bon M. Houtart. Kadaster. Bewaring. Schattingen. Retributie voor kadastrale uittreksels. ALBERT, Koning der Belgen, Aan allen, tegenwoordigen en toekomenden, Heil. Gelet op de samengeschakelde wetten betreffende de belastingen op de inkomsten en inzonderheid op de nieuwe artikelen 5, 6, 10 en 61, 1, waarvan de tekst, laatstelijk bij wet van 13 Juli 1930 vastgesteld, luidt: „Art. 5. 1. Het kadastraal inkomen wordt per kadastraal perceel bepaald; het vertegenwoordigt het gemiddeld normaal netto-inkomen van een jaar.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 204