202
Gelet op Ons besluit van heden tot omzetting van de diensten van
het kadaster in een zelfstandig bestuur;
Op de voordracht van Onzen Minister van Financiën,
Wij hebben besloten en Wij besluiten
HOOFDSTUK I. De bewaring van het kadaster
IN HET ALGEMEEN.
Artikel i, i. Onder voorbehoud van onderstaande wijzigingen wordt
het bij koninklijk besluit van 26 Juli 1877 goedgekeurde reglement voor
de bewaring van het kadaster gehandhaafd in zijn aanvankelijke of ge
amendeerde bepalingen van kracht op den datum van dit besluit.
De artikelen 121 enz.
2. Voor de uitvoering van het reglement worden de bewaarder en
de landmeter van het kadaster in de plaats gesteld van den directeur
en den controleur van de rechtstreeksche belastingen, en de inspecteurs
van het kadaster, in hunne respectieve gebieden, in de plaats van den
bijzonderen inspecteur.
De landmeters van het kadaster hernemen hunnen titel en hunne
ambtsbevoegdheid.
3. Het archief enz.
4. Een duplicaat van den kadastralen legger n°. 212 wordt ter be
schikking van de ontvangers der rechtstreeksche belastingen gesteld voor
elke gemeente of sectie van gemeenten van hun ambtsgebied.
5. De artikelen 15, 1, 16, I, 79, 5, 92, 6, 107, 108 en 110,
1, van het reglement worden door onderstaande bepalingen vervangen:
„Art. 15. 1. De opgaven n°. 219 worden opgemaakt met groote
nauwgezetheid.
„De namen worden met vette letters geschreven. Daarna de voor
namen, voluit, alsmede de vermelding van plaats en datum van geboorte.
„De schrijfwijze van de namen en voornamen, alsmede de volgorde
van de voornamen moet met de schrifturen van den burgerlijken stand
overeenkomen.
„De nieuwe eigenaars (7° kolom) worden ingeschreven met vermelding
van hun adres (gemeente, straat en nummer), telkens als de akten en
de aangiften die inlichtingen behelzen.
„De onroerende goederen worden beschreven volgens den inhoud van
de akten en aangiften.
„Benevens de kadastrale aanduidingen (sectie, nummer en grootte van
ieder perceel) dienen de aard van het eigendom, de plaatsbenaming, de
aangrenzende erven aangegeven."
„Art. 16, 1. De opgaven n°. 219 worden maandelijks opgemaakt;
zij behelzen de geregistreerde akten en de in den loop eener zelfde