de artikelen 134 en 135 van haar Ontwerp en het Duitsche Wetboek
in 920 hebben gedaan. Wil men den rechter geheel vrij laten,
dan zal hij toch de deskundige voorlichting niet kunnen missen.»»
Tot zoover Mr. Goudeket, in wiens beschouwingen het velen
met mij aangenaam zal hebben getroffen, dat schr. zóó'n groote
waarde hecht aan de deskundige voorlichting van den ambtenaar
van het kadaster, dat hij het hooren van kadastrale deskundigen
in de wet wil voorgeschreven zien.
Thans nog een enkel woord over de boven vermelde artt. 134
en 135 van het Ontwerp Tweede Boek v. h. B. W., der Staats
commissie 1887. Deze artikelen vormen met art. 133 de regeling
door deze Commissie, over de afscheiding (de bornage) ontworpen.
Art. 133 geeft aan elk der eigenaren het recht de plaatsing en
zoo noodig de vernieuwing te vorderen van behoorlijk waarneem
bare grensteekenen. Er wordt daarbij op den voorgrond gesteld,
dat er geen geschil over de grens bestaat. Enkel over dat plaatsen
of vernieuwen voor gezamenlijke rekening, zal waarschijnlijk niet
vaak een quaestie ontstaan. Ons bestaande recht laat dit punt
onbesproken.
In de artt. 134 en 135 wordt daarentegen verondersteld, dat
een geschil over de grens aanwezig is.
«In de onderhavige artikelen wordt aan den rechter, en indirect
daardoor ook aan partijen, een leiddraad gegeven, hoe geschillen
over de grens tusschen twee naburige erven moeten worden op
gelost», zoo lezen we op blz. 396 der Memorie van Toelichting.
De gevolgtrekking ligt voor de hand, dat daarin tevens een
richtsnoer is te vinden, te volgen door den ambtenaar van het
kadaster, wanneer deze zich bij de uitvoering van opdrachten tot
het verrichten van grensaanwijzing, practisch gesteld ziet voor de
beantwoording der vraag, hoe de partijen tot elkaar te brengen.
Zijne taak is dan m.i. deze: na eene nauwkeurige belangen-afweging
een oplossing te geven, die partijen bevredigen kan, en die hem
persoonlijk de voldoening geeft, in het belang van partijen werk
zaam te zijn geweest.
Van denzelfden gedachtengang gaat blijkbaar ook de aan
schrijving van den Minister van Financiën, dd. 9 Februari 1927
Afd. Kadaster, N°. 26, uit, waar deze ter motiveering van het
aldaar gegeven voorschrift inhoudt«Het beslechten van geschillen,
het geven van adviezen ten einde te geraken tot een nadere
i6