hooge temperaturen van de tweede helft van Juni, tot 310 C. toe, dikwijls zeer veel ondulatie optrad. Nooit is echter de meting stopgezet, wel moest om onderbreking van de meting te voorkomen de afstand instrument tot baak tot ongeveer 40 m. worden ingekort. Behalve de dertig heen- en weer-metingen, in tabel 2 vermeld, zijn eenige afstanden op verschillende dagen gemeten. De controle-metingen vonden voor de vier laatste af standen, in tabel 6 opgenomen, alleen plaats, omdat tijdens de eerste meting de omstandigheden zeer ongunstig waren. Een goede controle op de gemeten hoeken en zijden bieden de beide driehoeken om V.P. 88 gelegen. Men vindt de be rekening in tabel 7. De zijden van den eersten driehoek zijn in eens gemeten. Daarentegen moesten de zijden van den tweeden driehoek in respectievelijk 4, 3 en 4 deelen gemeten worden, het geen een gevolg was van de hevige ondulatie, daar de meting plaats vond midden op den dag bij volop zon en een tempera tuur van 270 C. Voorts waren de afstanden van V.P. 98 en V.P. gg naar D. P. 27 vt. st. ieder uit twee gemeten afstanden door het meten 215 fP2éRZ

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 219