STERREKUNDIGE WAARNEMINGEN.
De Commissie heeft de volgende punten overwogen:
i°. de wenschelijkheid om de Nederlandsche stations van breedte- en
azimutbepaling door lengte-bepalingen tot Laplace-punten te maken.
2°. De wenschelijkheid om het aantal astronomische stations in Neder
land uit te breiden.
3°. De wenschelijkheid om isostatische reducties aan te brengen aan
de in Nederland gevonden schietlood-afwijkingen.
Omtrent het eerste punt wordt opgemerkt, dat wegens de kleine uit
gestrektheid van het Nederlandsche driehoeksnet directe bepalingen van
lengte-verschillen niet de nauwkeurigheid kunnen bereiken van de daar
voor door de driehoeksmeting verkregen waarden, en dus in slechts zeer
geringe mate bijdragen leveren tot de nauwkeurigheid van het net. Het
nut, dat van lengte-bepalingen verwacht kan worden, zou niet evenredig
zijn aan de daaraan verbonden moeite en kosten.
Wat het tweede punt betreft, zal vermeerdering van het aantal der
astronomische stations in het gebied van beperkten omvang zeer weinig
bijdragen tot bevredigende bepaling van den vorm der geoïde. Deze is
te grillig om door integratie uit de schietlood-afwijkingen te kunnen worden
afgeleid. Het nut is dus niet belangrijk genoeg om op te wegen tegen den
arbeid en de kosten die zouden worden vereischt.
Ten aanzien van het derde punt werd geoordeeld, dat isostatische
reductie der astronomische waarnemingen en de daaruit afgeleide schiet
lood-afwijkingen niet gemist kunnen worden. Zullen zij eene goede bijdrage
vormen voor de bepaling van den geodetischen vorm van de aarde, dan
dienen zij bevrijd te zijn van de topografische effecten.
Verwacht mag worden, dat het verloop der isostatische reducties in
Nederland van regelmatigen aard zal zijn. Zij behoeven dan niet voor
ieder punt zelfstandig bepaald te worden en zullen gedeeltelijk door in
terpolatie te verkrijgen zijn.
Van het punt Ubagsberg is bekend, dat het in een storingsgebied is
gelegen; het dient dus afzonderlijk behandeld te worden. Verder zullen
rechtstreeks de reducties bepaald worden voor de nabij den omtrek van
het driehoeksnet gelegen punten: Brandaris, Groningen, Zierikzee en Sant-
beek en het nabij het midden gelegen punt Wolberg.
Aan de geodetische afdeeling van de Coast and Geodetic Survey te
Washington werd verzocht de berekening der isostatische reducties voor
de genoemde stations tegen vergoeding der kosten op zich te willen nemen.
WATERPASSING.
De primaire waterpassing werd door den Algemeenen Dienst van den
Rijkswaterstaat voortgezet; de volgende trajecten werden voltooid: