22 9
de medeweridng der Marine werd verkregen, nam hij het slingertoestel
mede naar Indië, waarheen hij in het begin van April vertrok.
Aan boord van het S.S. „Johan de Witt" der Maatschappij Nederland
is hij door de welwillendheid van den Commandant, den heer van
Meeuwen, in staat gesteld het toestel te gebruiken, en heeft hij een
aantal waarnemingen kunnen uitvoeren, die voor een groot deel zijn geslaagd.
Na afloop van het congres te Bandoeng weid in overleg met den
Commandant der Zeemacht, den Vice-Admiraal A. ten Broecke Hoek
stra, een plan voor de uitvoering der waarnemingen opgemaakt, voor welke
weder Hr. Ms. Onderzeeboot „K. XIII", onder commando van den Luit.
ter zee G. Man te, beschikbaar werd gesteld. Voor de voltooiing der
gravimetrische opneming der Indische zeeën zouden drie reizen worden
gemaakt, de eerste door de oostelijke zeeën, de tweede om Celebes, de
derde om Sumatra; alle met Soerabaja als begin- en eindpunt. Voor de
tijdseinen, uitgezonden door het station Malabar, zouden de Post- en
telegraafdienst en de Triangulatiebrigade van den Topografischen Dienst
zorg dragen.
Twee der reizen zijn uitgevoerd in 1929. Op de eerste, van 12 Juni
tot 12 Augustus, werden waarnemingen uitgevoerd in de Flores-, Sawoe-,
Timor-, Harafoera- en Bandazee, de Zee van Ceram, de Zee van Halma-
heira, een klein deel van den Stillen Oceaan en de Moluksche Zee; totaal
werden 6800 mijlen afgelegd. Het aantal stations was 105. De tweede
reis, om Celebes, duurde van 1 October tot 14 November; de afgelegde
afstand bedroeg 4300 mijlen en het aantal stations was 65. De derde
reis zou 2 Januari 1930 aanvangen.
Zoowel van Dr. Vening Meinesz als van de bemanning der Onder
zeeboot is groote inspanning gevorderd, vooral op de eerste reis, die twee
maanden duurde en niet door het weder werd begunstigd. Steeds hebben
Officieren en verdere bemanning de meeste medewerking verleend. Om
trent de verkregen uitkomsten zij hier slechts vermeld, dat zij uit een
wetenschappelijk oogpunt van groote beteekenis zijn en tot zeer belang
rijke gevolgtrekkingen aanleiding geven. Reeds thans past een woord van
dank aan allen, die hun diensten hebben verleend, in de eerste plaats
aan de Nederlandsche Marine, wier onmisbare medewerking niet hoog
genoeg kan worden gewaardeerd.
VERDERE BEMOEIING DER COMMISSIE.
De in den Haailemmermeerpolder aanwezige ondergrondsche merk-
teekens der twee eindpunten van de daar in de jaren 18651867 uitge
voerde basismeting, waaraan geen beteekenis voor de geodesie is verbonden,
werden opgeruimd, terwijl de pijlers werden ingericht tot verkenmerken