233
richting te vervangen door een voorwaartsche. Omdat de groot
heden a en b uitsluitend afhangen van meetkundige omstandig
heden, die voortvloeien uit de ligging van de punten in het
terrein, gaat het hier dus om zuiver meetkundige eigenschappen. De
toevallige uitkomsten van de meting blijven dus buiten beschouwing.
(Het te bepalen punt P ligt in beide gevallen op dezelfde
plaats, evenals de punten A]A4Het aantal oplossingen
van het vraagstuk is onbepaald.
Inzendingen worden gaarne ingewacht bij den redacteur vóór
1 Februari 1931. Men wordt verzocht het papier slechts aan
één kant te beschrijven.
INGEKOMEN BOEKEN.
R. Bosshardt. Optische Distanzmessung u. Polarkoordinaten-
methode, Wittwer Stuttgart. 1930. (geb. M. 8,—).
Na een geschiedkundig overzicht wordt eerst een opsomming
gegeven van de dradenafstandsmeters en van de dubbelbeeld-
tachymeters. Daarna wordt uitgebreid behandeld de Bosshardt-
Zeiss reduktietachymeter. Op een zeer volledige wijze worden
hier alle foutenoorzaken onder de oogen gezien en de middelen
aangegeven op welke wijze men ze moet corrigeeren of vermijden.
Vervolgens wordt de te bereiken nauwkeurigheid onderzocht.
Zeer interessant is verder de meening van den schrijver over
de toepassing van de poolcoördinatenmethode bij hermetingen en
bij de bijhouding. Ook hier wordt grondig en scherp de materie
behandeld, waarbij men telkens getroffen wordt de zeer heldere
en practische kijk van den schrijver op de problemen van het
landmeten. Met voorbeelden en kaarten wordt het geschrevene
toegelicht. Wij moeten onze lezers dit boek ten sterkste aan
bevelen, het mag in geen enkele boekenkast ontbreken.
O. von Gruber. Ferienkurs en Photogrammetrie. Eine Samm-
lung von Vortragen und Aufsatzen, Wittwer Stuttgart 1930
(geb. M, 30.—).
De 510 bladzijden van dit werk zijn eenigszins in tegenspraak
met den titel. Bij het doorbladeren blijkt het dan ook eerder te