zelf en van zijn personeel de volle prestatie, dan is een vlot ver loop van den dienst bij zulk een regeling gewaarborgd, 3. Regeling van de samenwerking tusschen districts- en ambulanten landmeter {art. jp). De districts-landmeter die assistentie behoeft (eveneens de land- meter-chef eener hermeting of de landmeter-chef eener ruilver kaveling) verzoekt die aan den Ingenieur-Verificateur. Deze onderzoekt of zij moet wordenverleend en belast eventueel een ambulanten landmeter met een gedeelte van het districtswerk. Deze ambulante landmeter is daarna voor dat werk verantwoor delijk. Ter zake dezer werkzaamheden en ook ambtelijk overigens blijft de assisteerende landmeter rechtstreeks ondergeschikt aan den Ingenieur-Verificateur. Het komt gewenscht voor dit zoo te regelen (en dus niet de ambulante landmeter onder den districts landmeter), opdat ook oudere landmeters zich tot het ambulante werk aangetrokken moeten voelen. 4. Verantwoordelijkheid van den landmeter voor zijne metings stukkenmet latere verijicatie door den ingenieur-verificateur {art. 98 en pp). Voorop staat, dat de metingstukken vóór de toepassing in de plans en in de kadastrale en hypothecaire registers terdege moeten zijn nagezien. Een landmeter met eenige jaren praktijk moet in staat geacht worden bij ernstige naziening de na opmaking overgebleven fouten op te sporen. In het voorgestelde systeem blijft aan den Ingeuieur-verificateur de latere naziening. Hij kan zich daarbij evenals nu een grondig idee vormen van de meetmethoden en van het verdere werk van den landmeter. Bij gebleken fouten gebiedt hij verbetering. Wordt in het nieuwe systeem achteraf een fout ontdekt, vooral een die reeds doorgewerkt zou hebben, dan zal de landmeter maatregelen dienen te nemen dat hem zulks niet meer gebeurt. Waar hier op grootere zelistandigheid voor de landmeters wordt aangedrongen, dienen zij ook te aanvaarden een zeer scherpe beoordeeling en den eisch van hoogstaand werk. De dienst zal door de nieuwe regeling soepeler loopen, het 240

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 244