van vaste punten in het veldwerk opgenomen en het afwerken
van de kaarteering als gedeelte van een minuutplan;
4°. het uittrekken van eene akte en het leveren van een over
zicht van de verrichtingen bij de Hypotheken en het Kadaster,
welke die akte vorderde
5°. het vervaardigen van een kadastrale kaart betrekking hebbende
op een vervallen toestand;
en naar een mondeling examen in de volgende onderwerpen
i°. de dienst der instandhouding, verbetering en vernieuwing
van het kunstmatig gedeelte van het Kadaster;
2°. de kadastrale en de hypothecaire boekhouding en de dienst
der grondbelasting.
Hieronder volgen de opgaven van het schriftelijk gedeelte,
genoemd sub 2 en 4.
(2e dag van Su 30 tot i2ujo).
Op kadsteen n° 180 zijn in 1917 de volgende richtingen gemeten
log s 3.88264
j 3.60272
r= 3.91611
3-13022
naar Vaassen I 0.00.00
Apeldoorn V 106.93.85
Beekbergen II 143.51.02
toren B 211.26.13
Prins-Hendriktoren 337.46.54
{log s is de log van den benaderden afstand van de standplaats
naar de ingestelde punten).
In 1929 is bij den aanleg van de waterleiding deze kadsteen ver
loren gegaan. Men wil het oude punt met de grootste waarschijnlijk
heid op de oude plaats herstellen en daartoe heeft men ongeveer
ter plaatse richtingen gemeten naar dezelfde punten als in 1917.
naar Vaassen I 0.00.00
Apeldoorn V 106.95.42
Beekbergen II 143.51.68
toren B 211.25.48
Prins-Hendriktor en 337-45-52
Bereken de plaats van het oude punt ten opzichte van de
nieuwe standplaats door de in 1929 gemeten richtingen te be
schouwen als de benaderde azimuths in formulier 4.
(Zekerheid bestaat dat de door lengtemeting bepaalde nieuwe
standplaats zeer dicht bij het punt n°. 180 is gelegen.)
21
3-72384