25
Raad dier gemeente van den twaalfden Maart en den tweeden April 1900
negen en twintig, welke besluiten zijn goedgekeurd door Gedeputeerde
Staten der provincie Zuid-Holland respectievelijk negen en twintig Maart
en vier en twintig April jongstleden, Comparanten ter eene zijde
en de Heeren Mathijs Vink, zonder beroep en Leonardus Gerardus
Dolfijn, rijwielhandelaar, beiden wonende te Bodegraven, Comparanten
ter andere zijde.
Comparanten ter eene zijde in hunne gemelde kwaliteit verklaren dat
de Gemeente Bodegraven heeft verkocht
A. aan den Comparant ter andere zijde Mathijs Vink:
Een perceel bouwterrein aan de Torenstraat te Bodegraven ter grootte
van ongeveer één are twee en negentig centiaren, uitmakende de kadastrale
perceelenGemeente Bodegraven Sectie A nos. 1865 en i860 elk groot
honderd twintig centiaren, met uitzondering van de kennelijk afgepaalde
noordelijke gedeelten dier perceelen, bestemd om te worden getrokken
bij de openbare straat, respectievelijk ter grootte van ongeveer dertig en
achttien centiaren en met uitzondering van de helft onverdeeld in den
eigendom van de gedeelten dier perceelen ter gezamenlijke grootte van
dertig centiaren, welke alsnog staat ten name van de Nederduitsch-
Hervormde Gemeente te Bodegraven. Zijnde deze verkoop geschied voor
de som van drie duizend acht honderd gulden 3800.Comparant
Vink verklaart voor die som het vorenomschreven bouwterrein te hebben
gekocht en voor zich zeiven in koop aan te nemen.
B. aan den Comparant ter andere zijde Leonardus Gerardus Dolfijn
I. Een perceel bouwterrein, gelegen naast en ten oosten van het vorige
en aan de Torenstraat te Bodegraven ter grootte van ongeveer twee
honderd vier en veertig centiaren, uitmakende de kadastrale perceelen
Gemeente Bodegraven, Sectie A nos. 1867 en 1868, tezamen groot twee
honderd zestig centiaren, met uitzondering van het noordoostelijk gedeelte,
ter grootte van ongeveer tien centiaren van gemeld kadastraal perceel
n°. 18Ó8 als wordt ingenomen door het steenen schuurtje, hetwelk steeds
in gebruik is geweest bij het aangrenzend perceel n°. 2178 van den Heer
Nicola as van Asperen, zonder beroep, wonende te Bodegraven en
bij het kadaster te diens name behoort te worden gesteld en met uit
zondering van het kennelijk afgepaald noordelijk gedeelte ter grootte van
ongeveer zes centiaren van gemeld kadastraal perceel nummer 1867, be
stemd om te worden getrokken bij de openbare straat en voorts nog met
uitzondering van de helft onverdeeld in den eigendom der gedeelten van
voormelde perceelen ter gezamenlijke grootte van dertig centiaren, welke
alsnog staat ten name van de Nederduitsch-Hervormde Gemeente
te Bodegraven