3°
nemen der Regeering ligt tot aan
zienlijke beperking van het aantal
boekhouders van de hypotheken
en het kadaster over te gaan.
Gaarne zouden verscheidene leden
worden ingelicht omtrent de rede
nen, welke tot dit voornemen hebben
geleid.
Dienst van het kadaster.
Metingen.
De aandacht werd gevestigd op
den achterstand in de metingen,
welke, naar men meende te weten,
vooral in Zuid-Limburg een grooten
omvang heeft aangenomen. Het
zal aldus de leden, hier aan het
woord wil deze achterstand
worden ingehaald, noodig zijn, dat
meer personeel wordt aangesteld.
Gevraagd werd in dit verband,
theken en het kadaster over te gaan,
omdat op verschillende hypotheekkan
toren geen behoefte bestaat aan een
ambtenaar van den rang van boek
houder en diens plaats evengoed door
een adjunct-commies kan worden
bezet, t) De vermindering van het
aantal zal geleidelijk geschieden.
Met de opmerking, dat aan een
aantal adjunct-commiezen het be
reiken van den rang van boekhouder
in uitzicht is gesteld, wordt blijk
baar bedoeld, dat voor de adjunct
commiezen de gelegenheid is ge
opend om aan het examen voor
boekhouder deel te nemen. Daar
uit volgt echter niet, dat zij na slagen
voor het examen ook aanspraak
kunnen maken op eene aanstelling
tot boekhouder. Dit heeft nimmer
in de bedoeling gelegen en is ook
niet mogelijk, omdat daaruit con
sequenties zouden voortvloeien ten
aanzien van alle andere ambtenaren
die voldoen aan een examen, ver-
eischt voor een hoogeren rang.
Waarnemende boekhouders wor
den niet aangewezen.
Dienst van het kadaster.
Inderdaad is achterstand in de
metingen ontstaan, als gevolg van
het gebrek aan landmeetkundig
personeel en aan voldoende teeke-
naars-assistentie, alsmede van de
omstandigheid, dat de hulp, welke
door verschillende diensten aan het
kadaster wordt gevraagd bij de
voorbereiding en uitvoering van vele
werken van grooten omvang en van
Cursiveering van de Redactie K. en L.