3i
of de te verrichten eenvoudige
metingen niet aan de teekenaars
van het kadaster kunnen worden
opgedragen.
economischen aard, steeds toeneemt.
De ondergeteekende acht dan
ook termen aanwezig om geleidelijk
tot personeelsuitbreiding over te
gaan.
Vooral door uitbreiding van het
aantal goed geschoolde teekenaars,
waardoor den landmeters van het
kadaster meer kantoorwerk uit han
den kan worden genomen, zoodat
meer tijd beschikbaar komt voor
opmetingen en opnemingen te velde,
zal de achterstand kunnen worden
bestreden.
Afgezien van het feit, dat er ge
brek is aan voldoend onderlegd
teekenaarspersoneel ter assistentie
van den landmeter bij de afwerking
van zijn metingsstukken, lijdt het
geen twijfel, dat niet aan den teeke
naar van het kadaster als zoodanig
eenvoudige metingen kunnen worden
opgedragen. x)
Bovendien is bij de uitvoering
van kadastrale metingen te voren
niet uit te maken, of deze van een-
voudigen aard zullen zijn. De moei
lijkheden treden eerst tijdens de
uitvoering te voorschijn.
Uit de handelingen der Tweede Kamer, bij de behandeling
van de Staatsbegrooting dienstjaar 1930.
VIIde Hoofdstuk B.
De Heer IJzerman:
Met de verplaatsingen op verzoek
is het nog altijd zoo gesteld, dat
daarbij de ambtenaar, die over wat
geld beschikt, een voorsprong heeft
op zijn onbemiddelden collega. De
Minister geeft dit in de Memorie
Minister de Geer:
De heer IJzerman heeft nog
opgemerkt, dat bij verplaatsing op
verzoek de ambtenaar met eenige
middelen eigenlijk voorrang heeft.
Men kan natuurlijk de zaak aldus
construeeren, daar men bij ver-
Cursiveering van de Redactie van K. en L.