in de verschillende maanden, waarbij de amplitude tusschen 0 en 10', tusschen 10' en 20' ligt of meer dan 20' bedraagt. In zeldzame gevallen kan die amplitude tot eenige graden oploopen. Dat de gemiddelden vrij regelmatig verloopen, moet daaraan worden toegeschreven dat de groote uitslag maar gedurende korte tijd voorkomt. Wie echter met de boussole azimuth meet, weet te voren niet, hoe de naald zich dien dag zal gedragen. Het eenige middel is, te informeeren of er op den dag en het uur van waarneming in de Bilt groote schommelingen zijn ge constateerd. Een dergelijk onderzoek wordt in de regel niet toe gepast. Daarom moet men, zonder dit onderzoek op een onzeker heid van minstens 10' rekenen en erop verdacht zijn, dat de onzekerheid wel eens eenige graden kan bedragen. De declinatie verandert evenzeer met de plaats op aarde. De jaarboeken geven alleen het gebeuren in de Bilt. Een recent onderzoek voor andere plaatsen in Nederland bestaat er niet. De laatste publicatie is die van Dr. v. Rijckevorsel, die in 1890/2 de magnetische gegevens voor verschillende punten van Nederland heeft gemeten en ze heeft herleid tot het tijdstip van 1 Januari 1891. x) Dr. G. van Dijk te de Bilt deelde mij mede, dat aangenomen mag worden dat de verschillen met de Bilt, door van Rijckevorsel vastgesteld, in de laatste tientallen van jaren vrijwel onveranderd zijn gebleven, omdat de seculaire variatie, waar genomen op de stations der ons omgevende landen (België, Duitsch- land, Engeland) vrijwel dezelfde bedragen geeft als voor de Bilt. De lijnen- met gelijke declinatie, de isogonen, hebben bij van Rijckevorsel een grillig verloop. Zij zijn op bijgaande teekening, (bl. 39) voorzien van de indeeling van de top. kaart 1 a 50.000,eoo goed mogelijk overgebracht. Aangenomen is, dat de isogone van i4°4o' in 1891 juist door het observatorium ging. Met deze veronder stelling is de A Dp Dfi direct' bij de overgenomen isogonen ingeschreven. (Dp is de declinatie van een willekeurige plaats in Nederland, DB die van de Bilt). Men rekent dus voor de declinatie: Gemiddelde volgens laatste jaarboek -|- corr. voor secul. va riatie -f- correctie voor dagelijksche schommeling -f- A Wageningen, December 1929. H. F. van Riel. 49 1) van Rijckevorsel: a magnetic survey of the Netherlands Rotterdam 1895.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 53