57 aan het hermeten dorp Velp, (welke hermeting echter niet is aangesloten aan de R. D.) was het noodig, dit terrein door poly gonen te omsluiten. Het bleek uitgesloten, om in of onmiddelijk bij dit terrein, ook maar één Snellius-punt te bepalen, zoodat er maar één oplossing was: als beginpunt van een polygoon te nemen de toren van Velp, gelegen op i km. ten Zuiden van dit terrein en als eindpunt den top van de «Emma-pyramide», gelegen op i km. ten Noorden, welk punt goed was te bepalen. Daardoor werd deze polygoon 3 km. lang; het hoogte verschil tusschen het begin en het einde bedraagt 80 m., terwijl 1.5 km. over zéér geaccidenteerd boschterrein loopt, (met hellingen tot 250) verder over bermen bouwland en 1 km. bestrating. Daar ik niet de beschikking had over een tachymeter, voerde ik de lengte-meting als volgt uit: het heuvelterrein werd met meetlatten van 5 m., de rest met een veer van 20 m. lengte gemeten. Om de lengte-verhouding tusschen latten en meetveer vast te stellen werden drie polygoonzijden met beide hulpmiddelen twee maal gemeten. Op 3 vrij lange zijden werd gevonden, dat bij de lengten met de latten bepaald, per 100 m. respectievelijk 5,3 5,3 en 5,4 c.m. moest worden opgeteld, om tot de lengten te komen die de veermeting gaf. Uit de overeenstemming tusschen deze drie verschillen bleek, dat het overbodig was om de rest met latten te meten. Nadat ik met deze gegevens de latmeting had herleid tot veer meting, verwachtte ik een dragelijk resultaat en kreeg1,92 m. sluitfout, terwijl de hoekmeting volkomen sloot. Ik verspeelde daarna ettelijke dagen met nutteloos narekenen, onderzocht zelfs de mogelijkheid of de coördinaten van Velp foutief zouden kunnen zijn, en toen ik de zekerheid had, dat nóch in de eindpunten, nóch in de meting of berekening van de polygoon een grove fout kon zijn geslopen, concludeerde ik dat deze onmogelijke sluitfout moest zijn ontstaan, doordat alle denk bare bronnen van regelmatige fouten in denzelfden zin werkten. De veerlengte kon één dezer bronnen zijn, hoewel dit onwaar schijnlijk leek, daar een nieuwe veer was gebruikt, die twee maal was vergeleken met een maat uitgezet op ons kantoor. Werkelijk bleek bij onderzoek te Wageningen, dat bij de temperatuur,

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 61