6o
laatbaar zijn (In de beschreven polygoon liepen deze fouten
op tot 36 cm.)
Tachymetrie volgens de dubbelbeeld-methode onder gebruik
making van de baken door Professor Dieperink gecon
strueerd, blijkt zóó nauwkeurig te zijn, dat de toepassing
daarvan vrijwaart tegen verontrustend groote sluitfouten en
de controle op de berekening véél scherper wordt. Verder
zijn de fouten in de lengte-meting onafhankelijk van de
terreinsgesteldheid en dus regelmatig over den gclieelen trek
hetgeen wellicht als het voornaamste voordeel moet worden
beschouwd.
De metingen over vlakke bestrating en de sluitfout a 13 cm.
leveren reeds een bewijs voor de nauwkeurigheid dezer
methode.
Uitgebreide metingen bij Wageningen hebben volgens
Professor Dieperink bewezen, (zie het tijdschrift December
1929) dat de m.f. voor de meting van één afstand op 7 mm.
is te stellen, wat voor deze polygoon met 45 afstanden een
middelbare fout van 71X45 47 mm. zou geven in de totale
lengte-meting.
Verder is de constante van de tachymeter bepaald met
een m.f. die per 100 Meter 3 mm. als m.f. geeft.
Daar deze fout bij de berekening van de polygoon een
systematisch karakter krijgt, kan deze een fout van 90 mm.
op de beschreven trek opleveren.
Ongeacht de fouten in de eindpunten kunnen dus op een
trek van 3 km., sluitfouten verwacht worden van ±90 47
mm. 137 of 43 mm. De gevonden sluitfout blijkt dus
hiertusschen te liggen.
Uit het voorgaande blijkt, dat bij deze methode ook een
belangrijk langere polygoontrek toelaatbaar is, vooral daar
bij deze methode de hoekmeting over statieven plaats heeft,
zoodat de centreering geen fouten van beteekenis behoeft te
veroorzaken.
Hierdoor zal in vrijwel alle gevallen de poRgoon kunnen
worden aangesloten op punten van de R.D. of gemakkelijk
te bepalen punten.
Doordat de groote moeite en kosten, noodzakelijk voor
enkele punts-bepaling op bepaalde plaatsen vervallen, zullen