EENIGE OPMERKINGEN OVER DUBBELBEELD- AFSTANDSMETING. i. Inleiding. Het valt niet te ontkennen, dat de belangstelling voor de dubbelbeeldafstandsmeting vrij snel toeneemt. Wel moet men voorzichtig zijn bij de beoordeeling van dit feit, want de groote propaganda, die voor deze methode, in het bijzonder van Zwitser- sche en van bepaalde Duitsche zijde wordt gemaakt, is daarbij ^og geen maatstaf voor de vraag of de methode door den ge middelden landmeter in de practijk met graagte wordt aanvaard. Aan druk op den man in de practijk ontbreekt het intusschen niet. Kern, Wild, Zeiss, Breithaupt, Fennel hebben ieder hun eigen optisch systeem, terwijl daarnaast ook speciale ver deelingen onzen aandacht vragen. Van het laatste type is de velden millimeterbaak zeker de belangrijkste. Het is wel opvallend, dat de nieuwe wijze van indirecte afstandsmeting, die door een Amerikaan werd gevonden, in Engeland en Amerika blijkbaar nüS geen rol speelt, althans indien ik afga op de catologi en mededeelingen van de maatgevende Engelsche instrumenten fabrikanten. Ook in ons land is de vraag naar de deugdelijkheid dezer methode aan de orde, terwijl ook de onderlinge vergelijking van verschillende uitrustingen daarbij nog een rol heeft te spelen. Reeds sinds 1927 beschikt ondergeteekende over een installatie voor dubbelbeeldafstandsmeting, welk aantal is uitgebreid door het aanbrengen van een prisma op daartoe eenigszins geschikte instrumenten. In het onderstaande wil ik als bijdrage tot boven genoemd onderzoek enkele resultaten meedeelen, welke gedeeltelijk in de practijk, gedeeltelijk bij opzettelijk onderzoek zijn verkregen. Het zal blijken, dat deze voor de nieuwe methode niet in elk opzicht gunstig zijn. Slechte resultaten inspireeren meestal niet tot de publicatie ervan, omdat de lezer dan al te vaak geneigd zal zijn, deze gedeeltelijk aan den waarnemer toe te schrijven. Heb ik toch gemeend deze kwade kans te moeten aanvaarden, dan geschiedde dat met het oog op het belang van de zaak, om welke het gaat. De bedoeling is ook geenszins een definitief oordeel

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 81