8o
euryscopisch oculair 35 X vergrooting zou geven. Het prisma is
van rechthoekigen vorm, zooals fig. 2 toont.
In tegenstelling tot de constructie aan de vorige instrumenten
waarbij het prisma in een scharnierende montuur was bevestigd
om het tijdens de hoekmeting te kunnen wegklappen, is het prisma
hier vast op den kijker gemonteerd. Tijdens de hoekmeting kan
het verschoven beeld worden verwijderd door het 90° draaien
van de in fig. 2 zichtbaren, achter het objectief geplaatste schroef.
Door deze door den Heer De Koningh aangegeven constructie
plaatst men in den kijker een plaatje ter grootte van het prisma
loodrecht in den bundel der gebroken lichtstralen, die aldus
worden onderschept.
Fig. 2.