88 kan deze lengte echter ook vinden als verschil der telkens direct na elkander uitgevoerde optische afstandsmetingen, die in kolom 2 en 3 vermeld zijn. De in de 6de kolom opgegeven verschillen v tusschen dezen langs indirecten en langs directen weg gevonden afstand der piketten kan als een ware fout worden aangemerkt. Zondert men de zeer groote fout van 6 cm in de zijde VP 200- VP 50 a.b. uit, dan vindt men als middelbare fout in de eenzijdig gemeten lengte van rond 70 meter een bedrag van 0,91 cm, terwijl men mèt genoemde fout vindt m5 1,21 cm. Dit resultaat is in overeenstemming met m3 1,06 en ik meen wel te mogen concludeeren dat de afleesfouten en die van de opstelling van de baken tesamen een middelbare fout in de enkele meting van rond 1 cm veroorzaken. Er is echter in het geheel geen overeenstemming tusschen de waarden van m4 en m5, die toch op soortgelijke wijze ontstaan en betrekking hebben op het gemiddelde van alle groepen, die men voor een enkele meting heeft afgelezen. Het onderscheid is echter, dat m5 gevonden is uit de verschillen van 2 metingen, die direct na elkaar in dezelfde standplaats zijn uitgevoerd, terwijl de grondslag voor m4 wordt gevormd door de verschillen der metingen in de twee uiteinden van een enkelvoudige zijde. Bij deze laatste heeft men dus twee opstellingen van het instrument en geschiedden de metingen in tegengestelde richting. Men zou geneigd zijn, dit verschil te zoeken in een gebrekkige centreering van den theodoliet, doch dat is m.i. van iemand, die zeer veel routine heeft in het opstellen van een theodoliet met een Nagel apparaat, niet best aan te nemen. Indien men dus die veronder stelling verwerpt, blijft de vraag over, in hoe verre de constante van den afstandsmeter geheel onveranderlijk is en of de mogelijk heid bestaat dat men hierbij resultaten verkrijgt, die bijv. afhankelijk zijn van de richting in welke men kijkt. Een eenigszins afdoende controle op dit verschijnsel kan men zich slechts verschaffen door speciale experimenten, die nog in gang zijn. Wel heb ik een aantal zijden in Velsen die ook optisch waren gemeten, met een standaard-meetband van 50 m laten nameten. Dit is een meetband met de begin- en eindmerken als streep op den band. De afstand tusschen deze merken is bij een vlakke

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 92