9i
rekening uitgevoerd. Tabel 7 geeft het resultaat voor baak D.
Indien men bedenkt, dat bijna overal het gemiddelde is genomen
van de aflezing aan 3 groepen, dan is voor dit gemiddelde de
TABEL 7.
Constanten van den theodoliet Hildebrand n°. 61228.
B
ma
mb
1
25-!
0.87
D
r
20.9
D
23.8
0.89
D
K 70 a
99.996
4-6
0.99
K 70b
K 70 a
0.9
K 70 a
0.94
K 70 b
K 70 b
middelbare fout in A en B resp. 0.0076 en 0.51 cm. Deze ge
tallen op zich zelf geven echter nog geen juist inzicht in den
invloed van de middelbare fouten der constanten.
Immers is D A 1 -(- B
Dan is Md2 m2 Qn l2 -f 2 Q121 -f- Q22 j
r=MA2l2 Mb2+ 2 m2 Q121.
Bij de vereffening van de ongeveer 40 metingen, die voor
elke groep waren uitgevoerd vond men de volgende vergelijkingen:
Md2 0.0001150 l2 0.01805 1 ~l~ °-763 (voor 1)
Md2 0.0001630 l2 0.02159 1 -f- 0.782 (voor o)
Md2 0.0002497 l2 0.02703 1 -(- 0.838 (voor r)
Aangezien bij de vereffening voor lr en h een waarde is inge
voerd die verkregen is uit de werkelijke aflezing, vermeerderd
of verminderd met den bekenden afgeronden afstand van 15 cm
der groepen 1 en r tot groep o, mag men hier als middelbare
fout in het gemiddelde resultaat der 3 groepen invoeren
(Md2)gem 0.0000586 l2 0.00740 1 -)- 0.265.
groep
A
m
baak
100.194
0.0107
O.OI4
100.203
0.0160
0.91
0.02I
0
100.197
0.0128
O.OI7
100.033
2.1
0.0106
0 90
0.02 I
0.0116
O.023
100.043
1.8
0.0085
0.72
O.O I 2
100.002
0,0133
1.12
O.OI9
100.033
0.6
0.0035
O.OIÓ
100.048
1.0
0.0156
1-32
0.02 2