5 laten gaan (fig. 13). Het is nu alsof er in P0 met een boussole gemeten waren de hoeken, die de richtingen P0 B en P0C maken met de magneetnaald. Thans dient men na te gaan hoe de fig. 10 verandert. De omgeschreven cirkel van A A B C, wordt nu de lijn BCzelf. Het middelpunt M ligt in het on eigenlijke punt van een loodlijn op B C. De symmediaan uit A valt samen met de zwaartelijn uit dit punt en is dus de lijn door het midden van B C evenwijdig aan B A. De zwaartelijn uit B is de lijn B A. De symmediaan is dus de lijn B C. De symmediaan uit C is C B. Het symmediaan punt ligt dus midden tusschen C en B op de lijn B C. De lijn K M uit fig. 10 wordt nu de middelloodlijn van B C. In fig. 10 was H I de poollijn van K t. o. v. den omgeschreven cirkel. K ligt in fig, 13 op BC. De lijn B C is tevens het aequivalent van HI en is de machtlijn van den cirkel bundel, waarvan K M de centraal is. In fig. 10 was in P: A 13— B r C= 60° In fig. 13 is A o. Het punt P van fig. 10 ligt dus hier zoodanig, dat a. 6o°. /3 B ^/CP0A ^/CBA ^/P0CB 60° De A PCB is dus gelijkzijdig. Q is het spiegelbeeld van P t. o. v. BC. In fig. 14 zijn tenslotte deze uitkomsten nog eens geteekend. Dit geval is met behulp van cartesische coördinaten ook te berekenen. Nemen we een rechthoekig assenstelsel met K als oorsprong, KP tot Y- en KB tot X-as.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1930 | | pagina 9