88 De tweede correcties aan de hoeken kunnen berekend worden met behulp van de formule A /k" v p" Kj qk K2 pk) Het voorgaande geldt eveneens voor den aangesloten open veelhoek. De strenge vereffening van een veelhoek, hetzij gesloten dan wel open en aangesloten kan dus op verschillende wijzen worden uitgevoerd. a. De drie voorwaarden, waaraan de correcties voor zijden en hoeken moeten voldoen, worden opgesteld, nadat de veelhoek berekend is uitgaande van de gemeten waarden. Berekening van de coördinaten der veelhoekspunten is voor de verdere berekening niet noodig en blijft dus achterwege. Met behulp van de coördinatenverschillen worden de drie normaalvergelijkingen opgesteld en daaruit door oplossing de correlaten Kj, K2 en K3 bepaald, zoodat daarmede de correcties voor zijden en hoeken te berekenen zijn. Vervolgens wordt de veelhoek uitgaande van de vereffende waarden berekend. b. De drie voorwaarden, waaraan de correcties moeten vol doen, worden opgesteld, nadat de veelhoek berekend is uitgaande van de gemeten waarden. Daarna volgt berekening van de coördinaten der veelhoekspunten en van het zwaartepunt van het puntenstelsel. De oorsprong van het assenstelsel wordt, zonder dit te draaien naar het zwaartepunt verlegd en de coördinaten p en q in dit stelsel bepaald. Met behulp van de coördinaten verschillen en de coördinaten p en q worden de beide normaalvergelijkingen opgesteld, welke bij oplossing Kj en K2 leveren en dus ook A en a. Uit een schets van den veelhoek op schaal, waarin door het zwaartepunt een lijn evenwijdig aan de as van vereffening getrokken is, kunnen graphisch de grootheden bepaald worden, waarmede door vermenigvuldiging met a de correcties A1 te berekenen zijn. Ook zijn de waarden u aan de figuur te ont- leenen, zoodat de correctie a u p" y aan de hoeken te berekenen is, waaraan nog de voor alle hoeken gelijke correctie moet worden toegevoegd. Voorts den veelhoek opnieuw doorrekenen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 112