99 plaats om gaat reorganisatie van den kadastralen dienst slechts ten goede komen. Maatschappelijk is er in de laatste honderd jaar een ommekeer geweest, zooals nergens anders in de geschiedenis is aan te wijzen. Overal heeft men overheidsdiensten moeten reorganiseeren of scheppen om het algemeen belang te kunnen blijven dienen. Het kadaster heeft ook iets van de hooger gestelde eischen ge merkt. De opleiding van den landmeter is verbeterd en in weten schappelijke banen gebracht, maar daarmee is het ook zoowat gezegd. Onze collega's van 1830 zouden dus stellig moeten erkennen, dat wij over 't algemeen wel wat knapper zijn en dat ons werk op een hooger plan staatdaarnaast zouden ze zich verwonderen, dat ook zij, die hunne opleiding ontvangen aan een inrichting, waar men leiders kweekt, althans jongelui voor een zelfstandige positie opleidt, nog evenmin definitief mogen vaststellen, dat 2 X 2 4 is; een feit, dat misschien voor honderd jaar hen ook al niet kon bevredigen. De heer Smit heeft in zijn artikel reeds de klemtoon gelegd op dit ontnemen van verantwoordelijkheidsgevoel met al zijn ver keerde gevolgen. We zullen hierover dan ook niet verder uit weiden; een ieder voelt het trouwens genoeg. Liever slaan we eens een vluchtige blik in een toekomst, welke we ons b.v. uiterlijk in 1950 denken. We zien den adspirant-landmeter na volbrachte studie zijn in trede in de praktijk doen. Hij zal bij verschillende werken ge plaatst worden onder de directe leiding van ervaren districts landmeters en van landmeters bij bijzondere diensten. Het omvangrijke landmeetkundige werk is reeds jaren gespecialiceerd. Het zal vooral aan hemzelf liggen door de richting waarin hij zich het meest bekwaamt voor welken dienst hij later na sollicitatie zal worden aangewezen. Hij weet zijn beste beentje te moeten voorzetten, 't Gaat niet meer zooals vroeger, dat men na eenigen tijd praktijk een tweede examen heeft te doen, om daarna direct zijn eindbetrekking, dus 40 jaar lang alle dagen ongeveer hetzelfde te doen. Dat examen is afgeschaft.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 125