Na voldoende praktijk en gunstige rapporten wordt hij als landmeter aangesteld, voorloopig ambulant, Naar gelang van zijn bekwaamheid krijgt hij vroeger of later zelfstandig werken van beteekenis uit te voeren en er wacht hem het chefschap van een district. Misschien is hij ook wel bij één of anderen bijzonderen dienst werkzaam gesteld en wordt b.v. spoedig aangewezen als des kundige bij een ruilverkaveling. Zooals gezegd kan hijzelf mede de richting bepalen. Wellicht voelt hij er meer voor om geplaatst te worden bij den landmeetkundigen dienst eener groote gemeente, waarin nog wel eenig perspectief schuilt. (Men bedenke, dat hij vroeger in de gelegenheid geweest is, colleges over stedebouw te volgen). Er staan wel meer wegen open. We noemen b.v. slechts plaatsing bij de landmeetkundigen diensten van waterstaat of van de spoorwegen, waar men ook een alleszins bevredigende werkkring kan vinden. We schreven immers boven, dat men reeds jaren geleden was overgegaan tot specialiceering. Het monopolistisch karakter van den kadastraal-landmeetkundigen dienst was te oneconomisch ge bleken. Reeds vroeger had men in die richting een kleine stap gedaan door een aparten landmeetkundigen dienst voor Domeinen in het leven te roepen, welke dienst uit den aard der zaak onder het Departement van Financiën ressorteert. Een volgende stap was geweest de landmeters der ruilver kaveling onder te brengen bij een onder Landbouw behoorenden ruilverkavelingsdienst. Toepassing bij het kadaster van door dezen dienst opgemaakte metingstukken kon natuurlijk op dezelfde wijze geschieden als dat voor Domeinen het geval was. Maar daarna kwam men tot het inzicht, dat er niets in den weg stond om ook provincie, gemeente en waterschap en andere departementen van algemeen bestuur in de gelegenheid te stellen landmeters van het kadaster in dienst te nemen, om daardoor de eigen opmetingen waar noodig direct kadastraal te kunnen doen toepassen. De groote gemeenten grepen deze gelegenheid dadelijk gretig aan en na dit voorbeeld volgden anderen. Gelukkig was Financiën vooruitziend genoeg geweest. Door IOO

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 126