vinden, als de prijs belangrijk lager is, dan die van de meer universeele instrumenten. Wat de luchtfotogrammetrie aangaat, zie ik belangrijke voor uitgang van de Stereo-methoden, met vrijwel stilstand van de onthoeking. Het is gemakkelijk te begrijpen, dat de onthoeking in den aanvang veel toepassing gevonden heeft. Weinig kosten voor instrumenten, groote snelheid bij de aflevering der fotokaarten, dat maakte het mogelijk kaartenmateriaal te verschaffen in die landen, waar door den oorlog een langs gewonen weg niet in te halen achterstand was gekomen in het officiëele kaartwerk. Voor kaartwerk van tijdelijke beteekenis op bepaalde schaal voor uitbreidingsplannen, streekplannen, e.d. bleek de ont hoeking een uitstékend hulpmiddel te zijn. De vervaardiging dezer kaarten lag voor een belangrijk deel in handen van parti culiere ondernemingen. Vooral in 1928 op de I. L. A. kwam de beteekenis van de fotokaarten sterk naar voren. Ik twijfelde toen reeds, nadat ik diverse autoriteiten der officiëele kartografie had gehoord, of dit standpunt wel blijvende zou zijn. De officiëele kartograaf kan met een fotobeeld niet veel beginnen, het moet omgezet worden in een gedrukte kaart, waarop de dingen, die men wenscht af te beelden, duidelijk in het oog springen; die ten opzichte van die dingen volledig is. Aan deze eisch kan de fotokaart niet voldoen; er is heel wat verkennings- en teekenwerk noodig, eer men van een kaart kan spreken. Bovendien is de fotokaart alleen dan goed op schaal, zoolang zij op een ondergrond van glas, aluminium of zink is vast gekleefd. De stereoscopische methoden passen veel beter aan de eischen van den kartograaf aan. Men teekent direct op teekenpapier, op de gewenschte schaal, zoo nauwkeurig mogelijk in verband met de vaste punten; men ziet in het toestel welke grenzen voor de kaart van belang zijn en kiest deze uit de groote massa onbe langrijke zaken uit. Natuurlijk kan de kaart evenmin direct vol ledig zijn, omdat men verschillende zaken, die moeten worden voorgesteld, niet ziet, maar het aantal is veel geringer dan bij de onthoeking en de tijd voor de verkenning kan belangrijk korter worden genomen. Bovendien kunnen de stereoscopische toestellen direct hoogte- ijnen leveren. IO

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 12