verdeeling mogen wij op een normalen afstand van 100 meter wel een basisfout aannemen van 5" per draad, d.i. voor de twee draden 5 2 of in boogmaat 0,0035. Van invloed op de basisfout is verder de kleinste eenheid der aflezing. Bij topografische metingen zal men in 't algemeen met 1 cm kunnen volstaanbij metingen op kleinere schalen en op korte afstanden kunnen met de 2 cm baakverdeeling nog 0,5 en zelfs 0,2 cm worden geschat. Door deze afronding ontstaat een onregelmatige fout, onafhan kelijk van den afstand; zij verschijnt dus bij een foutenfunctie als absolute term. De grootte hiervan bedraagt volgens de be- a ginselen der methode der waarnemingsverschiilen m =33/2 waarin a de kleinste eenheid der aflezing. De fout in den hellingshoek oc gemeten met de boussole tranchmantagne (nonius aflezing 1in één kijkerstand werd door een reeks van waarnemingen bepaald op 1 ',5 of in boogmaat 0,00044. De invloed van deze waarden wordt dus voor een afstand van 10 meter: mA 0,06 h cos2 a, (2) mh ^0,0035 d-^7 j A cos2 (3) m 0,00044 A h sin 2 a (4) en de middelbare fout in den afstand D: mD2 mA2 mh2 ma2 (5) voor een horizontale peiling van 100 meter wordt dus de middel bare fout Md 0,47 meter. Nadat aldus een theoretische waarde voor de fout in de af standsmeting afgeleid is, zal nu de uit een reeks van waarnemingen berekende vorm worden beschouwd. Zooals reeds boven vermeld werd, zal de foutenfunctie een kwadratische opklimming moeten toonen, terwijl de kleinste eenheid der aflezing beneden de 100 meter 0,5 cm, boven de 100 meter 1 cm een term tusschen 0,12 en 0,23 zal leveren. io8 Hierbij valt op te merken, dat voor het instellen van een draad op een ronde maat, zooals meestal in de praktijk geschiedt de nauwkeurigheid iets grooter wordt. In de vakliteratuur zijn dikwijls onderzoekingen omtrent instel- en afleesfouten gepu bliceerd een nader ingaan hierop lijkt mij hier echter overbodig.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 136