4 is zooals reeds boven vermeld practisch nauwelijks voelbaar. De -- -- -- grafiek N°. 3 toont de middelbare fouten in den horizontalen afstand D bij niet horizontale peilingen. De geringe invloed van de onzekerheid in den hellingshoek geeft aanleiding tot de vraag met welke nauwkeurigheid de hoek oc voor horizontale metingen hoeft gemeten te worden. Zal de invloed hieruit niet grooter worden dan de middelbare fout in A.h dan wordt 5o' 25' 17' H' Ten slotte zij hier nog de aandacht gevestigd op een bij de theoretische beschouwing van de basisfout niet in aanmerking genomen, maar o.i. vooral bij sterk hellend terrein belangrijke 111 0 'f o 5>' O foo Zoo Zoo c/e //teler Fig- 3- 0,00003 (A h)2 0,18 m=32\A.h -ctg« (8) D Oi 50 100 150 200 250 300 IO° 20° 30° 40° 5i' 24' 15' 10' 60' 3i' 22' 18' 73' 38' 28' 23' 89' 46' 32' 29' 109' 54' 39' 35' Zie blz. 112.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 139