I I 2
foutenbron, n.l. het niet zuiver loodrecht staan van de baak op
het oogenblik der aflezing. Uitwijkingen van het eind van een
3 meter baak van 10 cm, d.i. +2° bij minder geoefend hulp
personeel nog meer zijn bij het opstellen van de baak zonder
hulpmiddelen geen zeldzaamheid en kunnen bij helling van de
baak in het peilvlak door den waarnemer niet worden opgemerkt.
De hierdoor ontstaande fout bedraagt bij een
hellingshoek o° io° 20° 30° 40°
fout 0,1% 0,7% i,4°/o 2,1% 3.3°/o
en overtreft in hellend terrein ver alle aan de afstandsmeting te
stellen eischen. Een ev. gewenschte opvoering van de nauw
keurigheid van de optische afstandsmeting zou m.i. in de eerste
plaats hier moeten beginnen.
Sibolga, Maart 1925.
Een toelating van deze fout zou natuurlijk te ver gaan; een aflezing van den
hellingshoek tot op 10' zal echter voor reductie op de horizontale in alle gevallen voldoen.
VERSLAG VAN DE RIJKSCOMMISSIE VOOR GRAADMETING EN
WATERPASSING AANGAANDE HARE WERKZAAMHEDEN
OVER HET JAAR 1930.
Voldoende aan het voorschrift, haar gegeven door den Minister van
Binnenlandsche Zaken, bij beschikking van n Mei 1879, letter M, afdee-
ling Kunsten en Wetenschappen, heeft de Rijkscommissie voor Graad
meting en Waterpassing de eer aangaande hare werkzaamheden in het
jaar 1930 het volgende te berichten.
Commissie.
In 1930 was de Commissie samengesteld als volgt:
Leden: Dr. J. J. A. Mul Ier, voorzitterIr. Hk. J. Heuvelink, secretaris;
Dr. A. A. Nijland; Dr. L. H. Siertsema; Dr. W. de Sitter; Dr. Ir.
F. A. Vening Meinesz; Ir. J. W. Dieperink; Ir. W. Scherm er horn.
Ambtshalve leden: de Hoofdingenieur-Directeur van den Waterstaat,
belast met den algemeenen dienst, Ir. W. F. Stoel; de Chef der afdee-
ling Hydrographie van het Departement van Defensie, de kapitein ter zee
titulair J. L. H. Luymes; de Directeur der Militaire Verkenningen, de
majoor van den Generalen Staf C. P. Brückel; de Ingenieur-Verificateur
van het Kadaster te Amsterdam, Th. L. Kwisthout.
Vergaderingen.
Ter bespreking van hare aangelegenheden vergaderde de Commissie
eenmaal te 's-Gravenhage.