118 De rekening en verantwoording werd in handen gesteld van eene commissie op wier voorstel zij later werden goedgekeurd onder dank betuiging aan den secretaris voor zijn beheer. In de samenstelling van de commissie voor bijzondere onderwerpen werden, mede wegens afwezigheid van sommige leden, wijzigingen gebracht. Van de Nederlandsche heeren werd de heer de Sitter benoemd in de commissie N°. 5 voor breedte en N°. 18 voor lengte, de heeren Heuve- link en Schermerhorn in de commissie N°. 9 voor internationale reg lementeering van geodetisch werk en de heer Schermerhorn in de commissie N°. 19 voor bibliografie. Op voorstel van den heer Bowie werd een nieuwe commissie N°. 20 ingesteld ter bestudeering van eene gezamentlijke vereffening der drie hoeksmetingen en bijbehoorende astronomische metingen in Europa. Ook werd een nieuwe commissie, met den heer Ver.ing Meinesz als voorzitter, ingesteld voor bestudeering en coördinatie van het zwaarte- krachts-onderzoek op zee. In haar rapport aan de Sectie drong zij aan op aankoop door de Sectie van een toestel voor slingerwaarnemingen op zee, zoodra de geldmiddelen dit toelaten. Dit toestel zou dan uitgeleend kunnen worden. De Sectie besprak de voor de Union gewenschte wijziging van statuten; de resultaten der bespreking kwamen bij de Union tot uiting. Bij de verkiezingen werden de aftredende voorzitter, de heer Bowie, en de aftredende secretaris, de heer Perrier, herkozen en werd de heer Heuvelink in het comité-exécutief vervangen door den Heer Bons- dorff (Finland). De nationale rapporten over het tijdvak 1927 1930 werden meeren- deels gedrukt rondgedeeld en in korte bewoordingen toegelicht. Zij worden in deel van de Ttavaux de la Section de Géodésie vereenigd en later verspreid. Voor Nederland werd het rapport ingediend door den heer Heuvelinki een door het Hoofd van de Triangulatie-Brigade in Nederlandsch-Indië opgesteld rapport betreffende den stand der werkzaamheden in Neder landsch-Indië werd door den heer Vening Meinesz aangekondigd. De algemeene rapporten over verschillende takken der geodesie werden voor zoover zij samengesteld waren door de rapporteurs ingediend en toegelicht. Dat over bepaling van zwaartekracht op zee werd uitgebracht door den heer Vening Meinesz. De rapporten zijn bestemd om ge drukt te worden. Door den heer Vening Meinesz werd in een bijzondere voordracht mededeeling gedaan van de voorloopige resultaten der door hem in 19291930 aan boord van de K XIII in de zeeën van den Indischen Archipel verrichte slingerwaarnemingen en van de zeer merkwaardige

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 146