121
dienst geplaatste personeel bestond uit ir. J. B. de Hulster, Ingenieur
der Rijksdriehoeksmeting; J. J. A. Heezemans, H. C. Hartman en
A. J. H. Meertens, Landmeters van het Kadaster en H. Vuurman,
Rekenaar.
Tot i Mei 1930 werden in hoofdzaak berekeningen uitgevoerd ter
bepaling van poolcoördinaten der vastleggingen van secundaire punten
van den tweeden rang, die in vroegere jaren gecentreerd werden. Op
1 Mei werd een aanvang gemaakt met de terreinwerkzaamhedener
werden twee meetploegen gevormd, waarvan de eene metingen verrichte
in het zuidelijk deel der provincie Limburg, de andere in Amsterdam en
omgeving. Voor Zuid-Limburg werd aanvankelijk gevreesd, dat eene
behoorlijke verbinding van nieuwe punten aan de aldaar in de jaren
19021904 uitgevoerde en in 1927 een weinig aangevulde secundaire
driehoeksmeting moeilijkheid zou opleveren, aangezien eenige der vroeger
bepaalde punten geheel verdwenen bleken te zijn, terwijl van andere
storing werd verondersteld als gevolg van verschillende oorzaken.
De vrees voor minder goede aansluiting is evenwel ongegrond gebleken;
uit de berekening van de in 1930 uitgevoerde metingen werd een zeer
bevredigend verband tusschen het oude en het nieuwe werk geconstateerd.
Alleen in de eigenlijke mijnstreek worden nog onregelmatigheden vermoed,
welke door in 1931 uit te voeren metingen nader onderzocht zullen worden.
De metingen in den omtrek van Amsterdam hadden een geheel regel
matig verloop.
De uitkomsten van de in 1930 gedane metingen zullen worden bekend
gemaakt in eene door den Bijhoudingsdienst te verspreiden Publicatie T930.
Het ligt in de bedoeling telken jare de in het voorafgaande jaar ver
kregen resultaten het licht te doen zien. Deze publicaties moeten echter
als voorloopige worden beschouwdhet voornemen bestaat deze om de
vijf jaren gecombineerd uit te geven en eerst dan aan de nieuwe hoek
punten nummers toe te kennen in aansluiting aan Rechthoekige Coördinaten
'8851928 en over te gaan tot aanvullingen van de Staten van Waar
nemingen en Uitkomsten.
De Publicatie 1930 zal bevatten:
1. Een staat van rechthoekige coördinaten in stereografische projectie
van nieuwe of opnieuw gecentreerde hoekpunten.
2. Een lijst van aanvullingen, aan te brengen in Rechthoekige Coördinaten
18851928 als gevolg van opsporingen van den Bijhoudingsdienst en
van mededeelingen van den kadastralen dienst.
3. Een opgave van de driehoekspunten, waarvan na het verschijnen
van Staten van Waarnemingen en Uitkomsten 18851928 poolcoördinaten
van vastleggingen beschikbaar zijn geworden, en op aanvraag door den
Bijhoudingsdienst verstrekt kunnen worden.