123 Slingerwaarnemingen. In aansluiting aan de waarnemingen, die in 1929 aan boord van Hr. Ms. Onderzeeboot K XIII in de oostelijke zeeën zijn uitgevoerd, heeft dr. Vening MSeinesz op een derde reis van 2 Januari tot 15 Fe bruari 1930 het gravimetrisch onderzoek der zeeën van den Indischen Archipel besloten. In de zeeën en straten rondom Sumatra en verder in de Javazee zijn op 64 stations waarnemingen uitgevoerd; de afgelegde afstand op deze reis bedroeg 4900 mijlen. De tijdseinen voor dit onder zoek werden wederom gegeven door den Radiodienst van Nederlandsch- Indië en gecontroleerd door ir. P. H. Poldervaart van de Triangulatie- Brigade van den Topografischen Dienst op de Sterrewacht te Lembang. De zwaartekracht-bepalingen zijn ten slotte aangesloten aan het uit gangspunt te Soerabaja en aan het centrale zwaartekrachtstation van Nederlandsch-Indië in het Bosscha-Laboratorium der Technische Hooge- school te Bandoeng. Vóór zijn vertrek uit Indië bracht dr. Vening Meinesz op eendaar- voor aangevraagde audiëntie dank aan den Gouverneur-Generaal en daarna ook aan den Commandant der Zeemacht voor de groote medewerking, welke hem voor zijn arbeid door de Koninklijke Marine werd verleend. In hét begin van Juni kwam dr. Vening Meinesz in Nederland terug. Hij maakte een aanvang met de berekening der definitieve resultaten, waarbij weder rekenwerk werd verricht door personeel van het Kon. Meteorologisch Instituut te de Bilt in vrijen tijd. Verder is hij voort gegaan met de samenstelling van het definitief versiag der sedert 1923 uitgevoerde slingerwaarnemingen op zee, dat in den loop van 1931 het licht zal zien De Rijkscommissie voor Graadmeting en Waterpassing, Zeist J. J. A. Muller, Voorzitter. Arnhem' 61 I(^1' Hk, J. Heuvelink, Secretaris. DE ZEKERHEID VAN DE NOTARIËELE AKTE. Ieder, die onder het hier te lande geldende Negatieve Stelsel, van plan is eigenaar te worden van een onroerend goed zal, indien hij de zekerheid wil hebben, dat hij niet z.g. «een kat in den zak koopt», alvorens tot den koop over te gaan een serieus onderzoek moeten instellen. Hij zal moeten nagaan of den verkooper werkelijk tot verkoopen gerechtigd is, of hij in zijn handelings bevoegdheid niet beperkt

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 153