13 best blijkt dat uit een opstel van A. Weil, verbonden aan de Aërotopograph» waarin hij de werkwijze beschrijft, zooals die door hem in de Vereenigde Staten werd toegepast. (Zie «Bild- messung und Luftbildwesen» 1930 pag. 120). Daar is een aan eenschakeling van reeksen platen, met verticale as opgenomen, beschreven. Er waren 8 reeksen met ieder 20 a 26 opnamen met 75% overlapping, de reeksen waren 15 a 20 km. lang; aan begin en eind van iedere reeks waren 3 a 4 vaste punten ge geven naar ligging en hoogte. Voor dit werk werden drie aëro- kartographen aan het werk gezet, waarvan één de aansluitings- gegevens bezorgde (de aanpassing uitvoerde), terwijl de beide andere, nadat een reeks was aangepast en vereffend, voor de uitmeting dienden. De schrijver werkte eerst alle platen door; zocht bepaalde punten, die later voor de stereoscopische kaarteering moesten dienen, op en las de coördinaten daarvan afaan het eind der serie werd onderzocht of men sloot op de gegeven vaste punten. De verschillen werden vereffend over alle gekozen punten. Aldus werd de fout in de aansluiting der foto's op dezelfde wijze ver minderd als bij de vereffening van de aangesloten polygoon. Aan de vereffende punten werden nu de platenparen aangepast, vervolgens werd de kaart geteekend. Omtrent de bereikte nauw keurigheid wordt niets medegedeeld. Als men met één toestel had gewerkt (met een normalen arbeids dag van 7 a 8 uur) waren voor de 300 km2, noodig geweest 101 dagen, zijnde 3 km2, per dag; op de kaart 1 24000 vormende een oppervlak van 52 cm2. Men moet deze werk zaamheden niet vergelijken met de vervaardiging van een top. kaart in sterk geparcelleerd gebied als ons land, want het betrof hier het minimum (hoogtelijnen te teekenen met 100 voet hoogte verschil, benevens enkele lijnen van de horizontale ligging), dat van een top. kaart van niet geëxploreerd terrein mag worden geëischt. Stellig zal de schaal van een topografische kaart van niet ontgonnen gebied wel kleiner kunnen zijn, dan die 1 24000 door Weil toegepast, maar het staat te bezien, of in verband daarmede ingrijpende vereenvoudigingen in de opname en uit werking mogelijk zijn. Ik heb deze opname wat uitvoeriger beschreven, omdat zij m. i. doet zien, dat, hoezeer deze methode ook in het voordeel is bij

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 15