13°
Oplossing volgens Collins.
De lijn in S getrokken evenwijdig aan T C, snijdt de omge
schreven cirkel van A A B S in H. Dit punt H is als Collinsche
hulppunt te berekenen. Trekt men nu in H een evenwijdige
aan T A, die T C snijdt in K, dan zijn van A C H K bekend
LK f, zijde H K S T 1, zijde C H (te berekenen uit de
coördinaten van H en C.). Men berekent nu de hoek H C K.
Daar het azimuth van C H bekend is, is ook dat van T C, enz.
bekend, zoodat het vraagstuk herleid is tot een geval van voor-
waartsche snijding.
Gemeten zijn n grootheden P, waarvan r overtollig. De metingen
hebben gelijk gewicht en hebben de middelbare fout m. Na de
vereffening zijn de middelbare fouten van P2, enz. resp.
Mi, M2, enz. Men vraagt te bewijzen dat:
M]2 -j- M22 -f- Mn2 (n r) m2.
(Wright and HayfordAdjustment of Observations, second
Edition 1906, art. 113 bladz. 142).
Oplossingen voor 1 November bij redacteur inzenden.
EENIGE OPMERKINGEN OVER DEN TECHNISCHEN
GRONDSLAG.
Op de Algemeene Vergadering van 1926 te Amsterdam heeft
onze Vereeniging zich uitgesproken vóór de wenschelijkheid van
de totstandkoming van een Technischen Grondslag (T.G.) Reeds
voor dien tijd, te beginnen met de hermeting Dieren, daarna
Apeldoorn, de Twenthe Kanalen en andere kleinere werken,
werd een dankbaar gebruik gemaakt van de Kadsteen als
verzekeringsmateriaal en de bijna wekelijksche afname van wagon
ladingen van deze steenen van de fabriek te De Steeg wijst er
op, dat het idee T. G. doorwerkt tot in alle Divisies van ons land.
Aan de hand van ons voor het kantoor Zutphen ten dienste
staande gegevens, verzameld uit het «Vaste punten Archief»
(zie aanschrijving dd. 17 Oct. 1927) blijkt, dat in het tijdvak
1923 t/m 1931. Dus over een verloop van 8 jaren ongeveer
2800 kadsteenen zijn geplaatst, in coördinaten berekend en in
genoemd archief opgenomen. De totale oppervlakte van de
kadastrale gemeenten van de Bewaring Zutphen bedraagt ruim