1500 vierkante KM. Nemen wij nu aan, dat per KM2 gemiddeld
20 kadsteenen geplaatst moeten worden om een eenigzins sluitende
T. G. te krijgen, hetgeen overeen komt met onderlinge afstanden
van 200 a 250 meter, dan blijkt, uit het resultaat van de afge-
loopen 8 jaren, dat er ruim 80 jaren benoodigd zullen zijn, om
een volledige T. G. over het geheele gebied te verkrijgen, althans
naar dezen maatstaf. Wanneer we nu aannemen, dat de meeste
kantoren het jaargemiddelde niet zullen overtreffen, (en ik geloof,
dat we dit veilig mogen doen), dan is er dunkt mij ten opzichte
van onzen T. G. nog geen aanleiding tot een overgroot optimisme,
en zullen er nog eenige kadastrale geslachten voorbijgaan voor
we dit doel hebben bereikt.
Er is dan een T. G. maar het constueeren van nieuwe plans
op dezen T. G. zoude voor een groot deel nog ter hand genomen
moeten worden, en wel voornamelijk in de hierna te noemen
secundaire en tertiaire terreinen.
De werkzaamheden voor den T. G. zullen een voortdurend
overleg met de grondeigenaren noodig maken. In verband hier
mede is het dunkt mij van belang er op te wijzen, dat de land
meter in 't algemeen geen wettelijke bevoegdheid heeft tot het
plaatsen van kadsteenen of andere vaste punten. Slechts de
Onteigeningswet bevat in art. 9 hieromtrent de bepaling, dat de
«gebruikers» van goederen het stellen van teekenen op hun grond
moeten gedoogen, met recht op schadevergoeding. Voor de ge
wone kadastrale opmetingen, vallende buiten de Onteig.wet, zoude
het m.i. zeer gewenscht zijn, dat een dergelijke bepaling toegevoegd
werd b.v. aan art. 24 van de Wet op de Grondbelasting. Thans
komt in de meeste gevallen na minnelijk overleg ook de plaatsing
der vaste punten wel tot stand, maar bij algeheele doorvoering
van de T. G. zal een wettelijke bepaling preventief dienen te
werken t. o. van de verwijdering van deze punten, waardoor de
landmeter niet langer een gunst behoeft te vragen, waar in 's Rijks
belang een recht geboden is. Bij het doorkruisen van ons land
van Oost naar West en Noord naar Zuid ontkomt men niet aan
den indruk, dat maar zeer weinige terreinen ongeschikt zijn voor
plaatsing van kadsteenen, in den regel tevens de minst waarde
volle gronden, die praktisch niet in de eerste plaats in aanmerking
komen voor plaatsing van v. p. s.
Ten opzichte van de urgentie van bepaalde terreinen dient
i3i