de eigenschap toe, dat de hoeken op foto en terrein dezelfde zijn en dat de verbindingslijnen in foto en terrein rechten zijn. Men werkt met sterk overlappende foto's in seriën. Op de eerste foto zoekt men het hoofdpunt op, benevens de afbeelding van het hoofdpunt van de tweede plaat, op de tweede plaat weer het hoofdpunt en de afbeelding van de hoofdpunten van ieen 3e plaat, enz., bovendien zoekt men in het overlappende deel nog eenige punten, die op de aangrenzende foto's goed zichtbaar zijn. Deze punten vereenigt men tot driehoekskettingen, men meet de hoeken in de hoofdpunten nauwkeurig uit, de andere niet, en berekent de kettingen, zoo mogelijk na vereffening. Voorloopig rekent men op een wilde schaal en met willekeurige oriënteering; de schaal en oriënteering worden nader bepaald uit twee vaste punten, waarvan er één op de eerste en één op de laatste plaat der serie kan voorkomen. Er zijn tegen deze wijze van doen eenige bezwaren: ie de hoeken zijn bij benadering juist. 2e men leert de hoogten niet kennen. 3e de driehoeken zijn vrij klein, zoodat verbuigingen in de ketting gemakkelijk kunnen voorkomen. Er zijn diverse methoden voorgeslagen om de fouten zoo klein mogelijk te maken (zoo door Buchholtz te Riga), maar men moet dan aan de vliegers eischen stellen, die niet gemakkelijk zijn te vervullen. Het grootste bezwaar vormt de geringe afmeting der driehoeken. Een belangrijke stap in de goede richting is nu gedaan door Cl. Aschenbrenner in samenwerking met de «Photogramme- trie» G. m. b. H. te München, door de constructie van een 9-voudige camera (f 5.35 cm.) met 9 objectieven met parallelle assen, waarmee de foto's alle op éénzelfde plaat 18 X worden opge nomen. Het middelste objectief vormt gewoon een beeld, als met een enkelvoudige camera. Voor de andere objectieven zijn prisma's aangebracht, waardoor zij het landschap afbeelden, dat meer zijdelings is gelegen. De knik bedraagt 54°. De randbeelden zijn ten opzichte van het midden beeld vervormd en sluiten daarom niet aan. In een speciaal onthoekingstoestel wordt die vervorming weggenomen en bovendien volkomen aaneensluiting verkregen, zoodat het resultaat wordt een enkele foto 27 cm X 27 cm met hoofdpunt en as gelijk aan die van de middelste camera. 15

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 17