DE LANDMEETKUNDE IN DE TECHNISCHE OVERHEIDS DIENSTEN. Het zij mij vergund met een enkel woord deze rede bij U in te leiden. In de eerste plaats zal dat geschieden met een woord van dank aan Uw Bestuur, dat mij in de gelegenheid stelde hier in Uw midden enkele gedachten neer te leggen, die welis waar niet nieuw zijn, doch die nog niet zoo algemeen aanvaard worden als het mij voorkomt, dat voor de beoefening van ons vak goed zou zijn. Het zal daarom hier en daar misschien eenig verzet uitlokken. Ik ben mij dat zeer wel bewust, want hetgeen ik ga zeggen is in sterke mate subjectief. Doch dat kan niet anders en ik mag hier ook niet anders tot U spreken. U kunt dit misschien als een nadeel beschouwen. Want objectiviteit geldt in onze dagen voor een groote deugd. Wetenschappelijk is synoniem geworden met objectief. En al moge de natuur wetenschappelijke methode in de wetenschap geen hoogtij meer vieren, onze levensinstelling is nog altijd in die richting. Ob jectief, neutraal, niet kwetsen dit is een gedachtenketen, die ook in ons land niet zeldzaam is. Doch het geringste wijsgeerig inzicht is voldoende om te doen beseffen, dat in de wereld vaak getracht wordt voor objectiviteit te doen doorgaan, hetgeen slechts eigen onbegrepen subjectiviteit is. Laat ons daarom elkander hierin goed verstaan. Het gaat thans om een oordeel over bestaande toestanden, verhoudingen en organisaties en elk oordeel moet subjectief zijn, zoolang er een levende individualiteit achter staat. Ook de subjectiviteit van een groep of klasse, die wij meedragen in onze geheele levenshouding, hebben wij scherp als zoodanig te onderkennen en noch als objectiviteit, noch als deskundigheid bij uitstek te etaleeren tegenover hen, die buiten zulk een groep staan. Ik geef dus slechts mijn oordeel over enkele kwesties betref fende de organisatie van het landmeetkundige werk, zooals ik dat verkreeg in een loopbaan, die mij speciaal met de technische wereld in aanraking bracht. Dat ik verder speciaal dit onder werp koos en niet één of ander bijzonder hoofdstuk uit de land- (Rede uitgesproken op de algem. vergadering van de vereeniging voor K. en L. te Rotterdam op 7 September 1931).

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 183