opinie geven, dat de door mij verdedigde organisatie den acade misch gevormden landmeter al meer in de hem toekomende leidende positie zal brengen. Het zou ook wel eens kunnen zijn, dat langs dezen weg het vraagstuk der veldassistenten in het Kadaster minder urgent zou worden. Geheel Amsterdam zal worden hermeten, zonder dat door het Kadaster één veldassistent behoeft te worden aangesteld! Hetzelfde kan gelden voor de onderhanden zijnde kanalen en wégenprojecten. Toch geschiedt alles naar de aanwijzingen en onder de leiding van den Kadaster landmeter, in overleg met collega's, die bij andere Diensten een scheppenden werkkring vonden! Langs dezen weg heeft men het voordeel, dat de veldassistent automatisch op een toelaatbare plaats terecht komt n.l. in systematische nieuwe metingen en niet als tweede-rangs landmeter tegenover het publiek, dat om de activiteit en het gezag vraagt van iemand, die ver boven zijn stof staat en heeft leeren te leiden, zich zelf en ook het publiek. Hiermee ben ik aan het eind van mijn betoog gekomen, dat een bijdrage wil zijn tot een verheldering, die noodig is. Want thans ontbreekt in de landmeetkundige wereld in ons land het noodzakelijk evenwicht en is het een in zich zelf verdeeld huis, waarin vele stijlen vallen te ontdekken. Hier zullen enkele goed gefundeerde gebouwen hebben te verrijzen, waarbij in elk der woningen orde en stijlbegrip aanwezig zijn, waarin ieder zich van het groote belang van de eigen taak bewust is en niet zijn leven laat passeeren, al kijkend naar hetgeen buiten eigen woning ligt. Wij allen hebben hieraan te arbeiden. Ik hoop hiervoor pal te staan, zoolang mij de krachten geschonken worden. Ook onze taak en ons vak zijn een menschenleven waard! VERSLAG VAN DE ALGEMEENE VERGADERING DER VEREENIGING VOOR KADASTER EN LANDMEET KUNDE, GEHOUDEN TE ROTTERDAM OP 7 EN 8 SETEMBER 1931. Aanwezig volgens de presentielijst 118 leden. a. De Voorzitter, de heer H. J. Pieters, heet in zijn openings- i&5 W. SCHERMERHORN.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 201