noemen voor het ontwerpen van een doeltreffende organisatie. De heer Poortman wenscht wijziging van de thans in het Zuiden geldende voorschriften, ook bij verwerping van het in- siituut. De heer Roelofs ondersteunt het betoog van den Heer J. H. Jonas. De heer Smit ziet in Maastricht de eerste officieele erkenning, dat de bestaande organisatie niet voldoet aan de eischen van den tegenwoordigen tijd en meent, dat de bureaux niet op zichzelf, maar slechts als onderdeel van een geheel nieuwe organisatie moeten worden beoordeeld. Elke nieuwe organisatie moet vrij zijn van de fouten der oude. Als fouten van de bestaande ziet hij: het ontbreken van een krachtige centrale leiding; de onjuiste regeling van verantwoordelijkheid en de daarmede samenhangende naziening; van de ervaring der ambtenaren wordt geen voordeel getrokken ten voordeele van volgende generaties en eindelijk: de positie van de I. V.'s, aan wie allen direct ondergeschikt zijn, zoodat inschuiving van andere personeelsgroepen zeer bemoeilijkt wordt. Hij zet daarna uiteen, dat een krachtige leiding van ons dienstvak z. i. slechts mogelijk is bij centralisatie, zoodat het ambt van I. V. geheel gewijzigd moet worden, nl. leidend, regelend en controleerend, maar geheel los van de uitvoering der werkzaam heden. In plaats van de divisies moeten dan nieuwe eenheden komen. Als zoodanig moeten de bureaux gezien worden. Onze vereeniging wenscht daarvoor districten, waarvan de om vang het zwakke punt is. Van de enkelvoudige in 1923 ingevoerd zijn om louter practische redenen vele vereenigd tot meervoudige districten. Voor Spr. zijn daarom dan ook belangrijker de begin selen. In de voorschriften voor de bureaux zijn de positie van de I.V.'s, de verantwoordelijkheid van den landmeter en de summiere naziening z.i. in overeenstemming met de wenschen van onze vereeniging, terwijl de bureaux ruimte bieden voor gewijzigde personeelsgroepeering. Het zwakke punt is de grootte van de improductiviteit der hoofden; wordt deze te groot, wat bij één hoofd per kantoor zeker het geval is, dan zijn de bureaux ver oordeeld, mede omdat ze dan in strijd zijn met het streven naar bezuiniging. Hoe is nu de practijk van de proef? Spr. wijst op de ongun- 170

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 206