stige locale en persoonlijke omstandigheden, terwijl de regeering
ook door de wijze van benoeming z.i. teveel de nadruk heeft
gelegd op het chef zijn van de hoofden. Op grond van het verslag
van het bestuur der conferenties met de hoofden en de toege
voegde landmeters constateerde hij strijd tusschen voorschriften
en uitvoering, zoodat de proef met de Min. voorschriften van 18
Dec. niet is genomen, maar wel een geheel andere proef. Het
strandpunt der vereeniging moet z.i. zijn, alsnog te verzoeken de
voorgenomen proef, met stipte naleving der voorschriften te nemen
en locale en persoonlijke invloeden tot een minimum terug te
brengen. Spr. dient een voorstel in, waarin gevraagd wordt, de
proef uit te breiden tot de overige kantoren van de divisies
Arnhem en Breda.
De heer J. H. Sanders zegt, dat de afdeeling Utrecht zich
niet met de instelling van hoofden van dienst kan vereenigen.
Een krachtig argument ertegen is, dat de invoering veel geld
zal kosten. De voorstellen van onze vereeniging moeten we blij ven
verdedigen, zonder aanvulling met een kantoorchef, waartegen
de afd. Utrecht zich verzet
De heer Houben heeft niet veel instemming met het instituut
hoofden van dienst gehoord. Spr. is van het begin af een voor
stander geweest van het beginsel dezer organisatie. Als er aan
één kantoor meerdere gelijke ambtenaren zijn, is het gewenscht
dat er één of meer hoofden van dienst zijn. Voor oudere land
meters vormt het ambt een retraite. De hoofden moeten echter
flink productief werkzaam zijn. Spr. betoogt, dat de nieuwe
organisatie geen geld zal kosten door de vermindering van het
aantal I.V.'s en het hen assisteerend personeel, terwijl de produc
tiviteit in sommige gevallen zal worden opgevoerd. Niet alleen
te Maastricht, doch ook te Eindhoven wordt de proef genomen.
Hier heeft echter z.i. het hoofd van dienst te veel toegevoegd
personeel; het maximum moet 4 landmeters zijn.
Het rondschrijven van Arnhem houdt geen bestrijding in van
het beginsel Maastricht. Er is slechts een gradueel verschil. Het
systeem Maastricht is echter logischer dan het stelsel van Arnhem.
De naziening der stukken geschiedt niet meer door den I.V. maar
kan summier door het hoofd van dienst worden verricht.
De heer Oomes acht de positie van den landmeter in de nieuwe
organisatie achteruitgegaan. Al het werk is opgedragen aan het
i7i