De heer Greve acht het gewenscht, de taak der commissie uit te breiden overeenkomstig het voorstel der afdeeling Zutphen en een rapport te doen uitbrengen over de geheele organisatie van ons dienstvak. De heer Houben merkt op, dat een dergelijke commissie niet noodig is, daar we de aangenomen voorstellen van K. en L. reeds hebben. De voorstellen der afdeelingen Zutphen en Den Haag worden beide verworpe7i. De Voorzitter zegt, dat uit de gehouden stemmingen blijkt, dat de vereeniging hare voorstellen wenscht te handhaven. Het Be stuur zal deze dus blijven verdedigen. g. Hierna werd door den heer Prof. Ir. W. Schermerhorn eene lezing gehouden over «De Landmeetkunde in de technische Overheidsdiensten in Nederland». Deze rede is elders inditlijd- schrift opgenomen. De Voorzitter betuigde den heer Schermerhorn namens allen hartelijk dank voor zijn interessante voordracht. h. Voorstel der afdeeling Roermond: Instelling van eene Pers commissie. De heer Glerum licht dit voorstel toe, dat te danken is aan de verschillende ingezonden stukken, in de pers verschenen. Deze waren dikwijls met elkaar in strijd en Spr. acht ze niet dienstig voor ons vak. De taak der Perscommissie moet zijn, in samenwerking met het Bestuur te bereiken, dat er grootere belangstelling voor ons vak ontstaat bij het publiek. De heer O. J. Jonas keurt eveneens het verschijnen van een chaos van ingezonden stukken af en wijst op het kalmeerende artikeltje van het Bestuur. Men kan evenwel den leden geen persverbod opleggen. De heer Glerum vindt, dat wel een beroep mag worden ge daan op de collegialiteit. De heer Roelofs merkt op, dat jaren geleden een perscommissie werd ingesteld. Deze heeft eenige keeren vergaderd, doch meende niet veel te kunnen bereiken. Hij acht een nieuwe commissie niet noodig en meent, dat haar taak aan het Bestuur kan worden overgelaten. 173

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 209