19
taatwerk, en y4 in de toetsen, en verandert men nu door te
draaien en de slede te verschuiven elk cijfer van x5 in elk cijfer
der overeenkomstige plaats van x2, dan heeft men in het resul-
taatwerk verkregen yi (x2 x5).
Men slaat nu het eerstvolgende punt over en neemt P8daarbij
behoort het product y3 (x4 x2). In de toetsen wordt y3 gebracht,
door te draaien en te verschuiven wordt x2 veranderd in x4, wat
beteekent dat y3 wordt vermenigvuldigd met (x4 x2), waarna
het resultaatwerk aangeeft y! (x2 xB) -(- y3 (x4 x2).
Deze handelwijze wordt voortgezet over P5 en P2 tot P4, waar
mede 2 I is gevonden.
Het gebruik van een trapvormig uitgesneden papiertje als
masker is zeer aan te bevelen.
Meetkundig bezien wordt bij deze bewerking de omtrek der
figuur tweemaal doorloopen, waarbij telkens één punt wordt
overgesprongen. Bij een oneven aantal hoekpunten wordt dan
het beginpunt vanzelf gepasseerd. Dit is echter niet het geval
bij een veelhoek met een even aantal hoekpunten. Men maakt
dezelfde bewerking dan toepasselijk door een willekeurig hoek
punt dubbel te nemen (op te vatten als twee oneindig dicht bij
elkaar gelegen punten).
Toepassing der formule (2) gaat op geheel overeenkomstige
wijze, echter moet dan om een positieve uitkomst te verkrijgen
de volgorde der punten worden omgekeerd, of wel bij de Marchant
het hefboompje op worden gezet.
Dat met formule (2) bij positieve volgorde der punten en het
hefboompje op -(- een negatieve uitkomst zal worden verkregen,
blijkt uit de volgende overweging: Zet men y„ in het telwerk,
o in het resultaatwerk en xn in de toetsen, en verandert men nu
op de boven aangegeven manier (dus zonder het telwerk eerst
schoon te maken) yn_i in vn+i dan heeft men in het resultaatwerk
als product verkregen xn (yn+ xy„_ 1) x„ (y„ t y„+ 1).
Bij de aangegeven bewerking wordt behalve de coördinaten
niets anders opgeschreven dan de einduitkomst. De methode
verdient alle aanbeveling als zijnde snel, nauwkeurig en weinig
vermoeiend. Heines.