HET INTERNATIONALE CONGRES VOOR FOTOGRAM-
METRIE TE ZÜRICH 1930.
Het bijwonen van een internationaal congres voor een jonge
wetenschap als de fotogrammetrie heeft een buitengewone aan
trekkelijkheid. Zoo'n bijeenkomst wekt een soort oudejaarsavond
stemming.
Zij noopt tot een terugblik op de jaren, die sedert de vorige
bijeenkomst zijn verloopen, zij dwingt tot een samenvatting van
het bereikte, zij prikkelt tot voorwaarts gaan, tot uitbouw, tot
medewerken in de toekomst.
Met den terugblik kan men niet ontkomen aan den indruk,
dat er in de laatst verloopen jaren geweldig is gewerkt en dat
die werkzaamheid rijke vruchten heeft gedragen.
In de eerste plaats in de «Internationale Gesellschaft> zelf.
Het eerste congres, te Weenen vóór den oorlog gehouden, was
een begin, een samenkomst van enthousiaste voorstanders, echter
in hoofdzaak uit landen, waar de toenmalige methoden de
terrestrische fotogrammetrietoepassing zouden kunnen vinden, wèl
internationaal dus, maar door de toepassingsmogelijkheid beperkt.
De oorlog bracht de beheersching van de lucht en breidde
daardoor de mogelijkheid van toepassing, en ook de belangstelling
uit tot de geheele wereld. Wij weten echter hoe moeilijk het
geweest is de voormalige tegenstanders weer tot samenwerking
te brengen.
Het is in 1926 Duitschland geweest, dat in samenwerking met
Oostenrijk pogingen deed om op te bouwen. Op dat tijdstip
waren alleen in die beide landen nog resten van de vroegere
organisatie over (de «Landesgesellschaften»).
Er werd een congres bijeengeroepen, zonder eigenlijke organi
satie, het buitenland fungeerde er als gast met groote rechten.
22 landen zonden belangstellenden te Berlijn bijeen. Er werden
in hoofdzaak voordrachten gehouden met instructieve strekking,
waarbij een ruime plaats aan buitenlanders werd afgestaan.
Bovendien kregen de diverse landen de gelegenheid, zich te
uiten over hetgeen in hun land op fotogrammetrisch gebied was
gedaan. Een tentoonstelling gaf gelegenheid, dat werk te toonen