39
heid dier meting draagt, als uitvoerend bewind, de Bondsraad.
Ter uitvoering van de wettelijke bepalingen hebben in de jaren
1912 tot 1930 verschillende voorschriften en instructies het licht
gezien, b.v.:
Bondsbesluit van 5 Dec. 1919 betreffende het aandeel van
den Bond in de kosten der opmetingen.
Bondsraadsbesiuit van 7 Juni 1929 betr. vereenvoudiging
van de afpaling en de opmeting in bergstreken.
Bondsraadsbesluiten van 13 Nov. 1923 en 7 Juni 1929
betr. de totstandkomingen van de opmetingen in geheel
Zwitserland volgens het algemeene plan.
Verordening van den Bondsraad, van 30 Dec. 1924, betr.
de metingen voor het grondboek.
Instructie van 10 Juni 1919 voor de driehoeksmeting van
de 4e orde, benevens voor de afpaling der grenzen en de
detailmeting, met bijbehoorende voorbeelden en tabellen,
aangevende de foutentoleransen.
Handleiding van het Dept. van Justitie en Politie, van
18 Oct. 1927, voor de toepassing der poolcoördinatenmethode
met optische afstandsmeting.
Idem, van 24 Dec. 1927, voor het vervaardigen van het
overzichtsplan bij grondboekmetingen.
Voorschrift van het Dept. van Justitie en Politie, van
15 Jan. 1929, betr. minuutplans op aluminiumplaten.
Idem, van 25 Juni 1930, voor de reproductie van het
overzichtsplan.
Bondsraadsbesiuit, van 23 Maart 1918, ter bevordering
van ruilverkaveling.
Reglement van den Bondsraad, van 17 Dec. 1928, over
de toekenning van het patent van grondboeklandmeter.
B. Doel en Omvang.
De opmeting wordt in de eerste plaats verricht voor de ver
zekering van de rechten op den grond, dus voor de inrichting
van het grondboek en de bijhouding hiervan. Opdat echter het
nut der opmeting zoo hoog mogelijk worde en in gunstige ver
houding kome tot de kosten, streeft men ernaar, haar zonder veel
extra-kosten zoo uit te voeren, dat zij niet uitsluitend voor het grond
boek dient, maar daarnaast voor verscheiden andere doeleinden.