56
dan de berichten der Federatie verder te publiceeren. Ook in
landen waarvan de vereeniging nog niet bij de Intern. Federatie
is aangesloten kunnen aldus correspondenten worden gekozen.
3. De vertegenwoordigers van elk land in het Permanente
Comité, met de bovengenoemde officieele correspondenten, worden
belast met het aanhouden eener lijst van openbare en private
instellingen, die de vakwetenschap, de opleiding, de instrument-
fabricatie en de uitvoering van landmeetkundig werk betreffen;
hun wordt verzocht medewerking te verleenen aan het op
stellen van programma's voor aanvullingscursussen, van voor
schriften voor de praktijk, en te ondersteunen uitwisseling van
vakgenooten met het buitenland.
4. De Intern. Federatie wijze in elke periode tusschen de
congressen de landen aan, welker vereenigingen bereid zijn be
vonden om een studiereis te organiseeren voor buitenlanders.
5. De Intern. Federatie onderzoeke alle wegen waarlangs zij
met de internationale pers of -bibliografie nauwer in verbinding
kan komen.
6. De Intern. Federatie wende pogingen aan om voortdurenden
steun van het Volkenbondsinstituut voor intellectueele samen
werking te verkrijgen.
Commissie 4. De landmeter en de grondeigendom.
1. Zoowel uit een oogpunt van algemeen economisch belang
als voor de waarborging van de rechten op den grond is per-
fectionneering van het technisch onderwijs en uitbreiding van
het studie-programma ter verkrijging van het landmetersdiploma
gewenscht.
De practische vorming van den landmeter moet door een ver
plichten leertijd zijn verzekerd.
2. De vaststelling der grenzen, de afpaling en elke opmeting
voor den grondeigendom moet uitsluitend worden toevertrouwd
aan landmeters in bezit van het volledig diploma.
3. Elke overgang in andere hand moet door verplichte toe
voeging van een door een landmeter opgemaakte kaart worden
verduidelijkt.
4. De door het Parijsche congres van 1926 uitgesproken wensch
betreffende benoeming eener centrale commissie, die zich zal bezig