De coördinaat verschillen van de punten A5' en Z4' zijn juist de bedragen b5 [b]4 en (a5 A [a]4), voorkomende in de for mules (i), (2) en (3). Teekent men B5' als het 4e punt van het par.gr. PZ4'A5B5', dan zijn de coördinaten van B5'de bedragen bs [t»]4 en (a5A [a]4). B5' is dus het inverse punt van een punt B5, welk punt een van de punten was, die aan het vraagstuk voldeden. Tusschen B5 en B5' bestaat dus weer het verband P B5' j P B5, In de figuur is Z4 het inverse punt van Z4'. Men ziet gemakkelijk dat: A P A5 Z4 go A B5 A5 P; dus: A5 Z4A5 P P A5B5 A5. of: A5 Z4 X A5 B5 A7P2 Uit deze betrekking en uit de gelijkheid van de beide hoeken bij A5 volgt een gemakkelijke regel om B5 te vinden. De lijn P B5 raakt verder aan de omgeschreven cirkel van A P A5 Z4. Opgave: In bij gaande figuur zijn A, B en C 3 punten in ligging gegeven. Ter bepaling van de ligging van de punten P, Q en R zijn de met Griek- sche letters in de figuur aangewezen hoeken gemeten. De hoeken voldoen aan de voorwaarde: X2 <*3 /3i y\ 72 900° Verder is gegeven het oppervlak van A P Q R 2 O. Gevraagd wordt aan te geven, hoe de coördinaten van P, Q en R berekend kunnen worden. Oplossingen worden gaarne ingewacht voor 1 Juli 1931. BIBLIOTHEEK. Geodetic Survey in the Netherlands East Indies bij prof. ir. J. H. G. Schepers and capt. F. C. A. Schulte chief 6i

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 81