68 van dienst die onder de bevelen van den Ingenieur-Verificateur te Arnhem zal staan. De werkzaamheden en de positie van dezen land- meter-hoofd van dienst, worden verder in ruwe trekken omschreven. Hoewel in deze resolutie alleen gesproken wordt van een proef te Maastricht, zoo wordt eenzelfde proef ook genomen te Roer mond en Eindhoven, voor welke kantoren reeds een landmeter, hoofd van dienst, was bestemd. De divisie Roermond werd dus opgeheven en een nieuwe functie landmeter, hoofd van dienst gecreëerd. Spoedig daarna bereikte het bestuur een schrijven van 9 land meters uit Eindhoven, die hunne bezwaren uitten tegen de nieuwe regeling en van de afd. Roermond, die haar standpunt te kennen gaf in de volgende motie: Motie. De afdeeling Roermond van de Vereen, v. Kadaster en Land meetkunde, in vergadering bijeen te Roermond op 22 November 1930, kennisgenomen hebbende van de brief van den Minister van Financiën dd. 19-n-30 afd. Centr. Directie n°. 144, waarin sollici tanten worden opgeroepen voor de betrekking van Landmeter- hoofd van dienst te Maastricht, gehoord de besprekingen van deze aangelegenheid in verband met andere voorgenomen plannen tot reorganisatie van den kadastralen dienst; spreekt als hare overtuiging uit, dat de aanstelling van Land meters hoofden van dienst indruischt tegen de wenschen, die de Vereeniging heeft gesteld en de emancipatie van den Landmeter tot zelfstandig hoofd van een enkelvoudig district ernstig bedreigt; betreurt, dat de plannen, zelfs voorzoover zij als proef zijn bedoeld, zijn uitgewerkt, zonder de Vereeniging als zoodanig zelfs maar erin te kennen; besluit: a. het Bestuur der Vereeniging met den meesten aandrang te verzoeken: 1. met terzijdestelling van elke andere aangelegenheid op de eerstvolgende door den Minister van Financiën te verleenen audiëntie met kracht de voorgenomen organisatie te bestrijden en daartegenover het standpunt der Vereeni ging te verdedigen.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 88