76 kunnen zijn en welk een mooie toekomst scheen voor den, nog geen 50 jaren tellenden, heer van Riel te zijn weggelegd? Helaas een Macht, oneindig veel grooter dan de onze en wier bedoeling wij dikwijls niet kunnen begrijpen dwong hem zich naar Haar wil te schikken. In de volle kracht van zijn leven werd hij, die nog zoo nuttig had kunnen zijn, van ons weggenomen en daarin dienen wij te berusten. Diep terneergeslagen hebben wij bij zijn graf gestaan en zeer sterk gevoeld, wat prof. Dieperink in zijn afscheid van hem zeide: «Met hem is een bijzonder goed mensch heengegaan». Hij ruste in vrede. Nijmegen, Mei 1931. Govers. STRENGE VEREFFENING VAN VEELHOEKSMETINGEN. Voor een strenge vereffening volgens de methode der kleinste vierkanten moet aan de waarnemingen de eisch gesteld worden, dat de daarbij voorkomende fouten een toevallig karakter hebben. Daar bij het meten van gesloten veelhoeken de systematische fouten der lengtemeting geen rol spelen, komt dit soort van veel hoeken in de eerste plaats voor een strenge vereffening in aan merking. Dit is ook het geval met «aangesloten veelhoeken», welke aan een gesloten veelhoek worden verbonden, wanneer althans voor beide metingen eenzelfde werkwijze voor het meten van de afstanden, onder gebruik aan dezelfde hulpmiddelen, toe passing vond. De sluitfouten, welke optreden, zullen dan hun ontstaan vinden in de toevallige fouten der hoek- en afstandsmetingen. Voor de ontwikkeling van dit vraagstuk gelden de volgende notaties. x. hoeken van den veelhoek. 1. lengten der veelhoekszijden. 1p. richtingshoeken t. o. v. de Y-as. x. abcissenverschillen voor twee opvolgende veelhoekspunten. ij. ordinatenverschillen voor twee opvolgende veelhoekspunten. X. abcis van een veelhoekspunt. Y. ordinaat van een veelhoekspunt.

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Tijdschrift voor Kadaster en Landmeetkunde (KenL) | 1931 | | pagina 98